–
Activeringstoestand: Als de max. wikkelingstemperatuur
wordt bereikt, pomp uitschakelen!
6.5.5
Instelling van de motorbeveiliging
6.5.5.1 Directe inschakeling
ƒ
Volledige belasting
Stel de motorbeveiliging in op de nominale stroom volgens het
typeplaatje.
ƒ
Deellastbedrijf
Stel de motorbeveiliging in op 5 % boven de gemeten stroom
op het bedrijfspunt.
6.5.5.2 Soft starter
ƒ
Volledige belasting
Stel de motorbeveiliging in op de nominale stroom volgens het
typeplaatje.
ƒ
Deellastbedrijf
Stel de motorbeveiliging in op 5 % boven de gemeten stroom
op het bedrijfspunt.
Neem de volgende punten in acht:
ƒ
De opgenomen stroom moet altijd lager zijn dan de nominale
stroom.
ƒ
Het starten en stoppen moet binnen 30 s zijn voltooid.
ƒ
Om vermogensverlies te voorkomen, moet de elektronische
starter (soft starter) na het bereiken van de normale bedrijfs-
toestand worden overbrugd.
6.5.6
Bedrijf met frequentie-omvormer
Het bedrijf op een frequentie-omvormer is niet toegestaan.
7
Inbedrijfname
LET OP
Automatische inschakeling na stroomuitval
Het product wordt procesafhankelijk in- en uitge-
schakeld via afzonderlijke besturingen. Het product
kan automatisch worden ingeschakeld na stroom-
uitval.
7.1
Personeelskwalificatie
ƒ
Bediening/besturing: Bedienend personeel, geïnstrueerd over
de werking van de volledige installatie
7.2
Plichten van de gebruiker
ƒ
Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften bij de pomp of op een daarvoor bestemde plek.
ƒ
Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften in de taal van het personeel.
ƒ
Het garanderen dat het volledige personeel de inbouw- en be-
dieningsvoorschriften heeft gelezen en begrepen.
ƒ
Het garanderen dat alle veiligheidsvoorzieningen en nooduit-
schakelingen actief zijn en gecontroleerd zijn op storingsvrije
werking.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa UNI
Inbedrijfname
ƒ
De pomp is geschikt voor toepassing in de opgegeven bedrijfs-
omstandigheden.
7.3
Controle van de draairichting bij driefasige wissel-
stroommotor
De pomp is af fabriek gecontroleerd en ingesteld op de juiste
draairichting. Voor de juiste draairichting moet er een rechtsdraai-
end draaiveld op de netaansluiting aanwezig zijn. De pomp is niet
goedgekeurd voor het gebruik op een linksdraaiend draaiveld!
ƒ
Controleer de draairichting.
Controleer het draaiveld op de netaansluiting met een draai-
veldtester.
ƒ
Corrigeer de draairichting.
Bij een onjuiste draairichting wijzigt u de aansluiting als volgt:
–
Directe start: verwissel twee fases.
–
Sterdriehoekstart: verwissel de aansluitingen van twee wik-
kelingen (bijv. U1/V1 en U2/V2).
7.4
Voor het inschakelen
Controleer voor het inschakelen de volgende punten:
ƒ
Is de elektrische aansluiting volgens de voorschriften uitge-
voerd?
ƒ
Is de aansluitkabel veilig geïnstalleerd?
ƒ
Kan de vlotterschakelaar vrij bewegen?
ƒ
Is het toebehoren correct bevestigd?
ƒ
Wordt de temperatuur van het medium aangehouden?
ƒ
Wordt de dompeldiepte aangehouden?
ƒ
Zijn de persleiding en pompput vrij van afzettingen?
ƒ
Zijn alle afsluiters in de persleiding geopend?
ƒ
Zijn de ventilatievoorzieningen in de persleiding aanwezig?
Luchtbellen in de pomp en de persleiding kunnen leiden tot
transportproblemen.
7.5
In- en uitschakelen
ƒ
Tijdens het opstarten van de pomp wordt de nominale stroom
kortstondig overschreden.
ƒ
Tijdens het bedrijf mag de nominale stroom niet meer worden
overschreden.
VOORZICHTIG! Materiële schade! Schakel de pomp direct uit
wanneer deze niet start. Motorschade! Verhelp eerst de storing,
voordat u de pomp opnieuw inschakelt.
Bij transportabele opstelling moet rekening worden gehouden
met de volgende punten:
ƒ
Plaats de pomp op een vaste ondergrond. Voorkom inzakken!
ƒ
Als de pomp is omgevallen, moet deze eerst weer rechtop wor-
den gezet voordat inschakeling plaatsvindt.
ƒ
Als de pomp "wegloopt", moet de pomp aan de vloer worden
vastgeschroefd.
Pomp met gemonteerde vlotterschakelaar en stekker
ƒ
Eenfasige wisselstroomuitvoering (1~-motor)
Steek de stekker in het stopcontact, de pomp is bedrijfsklaar.
De pomp wordt afhankelijk van het vulniveau automatisch in-
en uitgeschakeld.
nl
17