ƒ
Bevestig de ketting of de draadkabel met een schakel aan de
greep/het bevestigingspunt. Gebruik alleen bouwtechnisch
goedgekeurde bevestigingsmiddelen.
ƒ
Leg alle aansluitkabels volgens de voorschriften aan. Van de
aansluitkabels mag geen gevaar (struikelen, beschadiging tij-
dens het bedrijf) uitgaan. Controleer of de kabeldoorsnede en
kabellengte passen bij de gekozen installatiewijze.
ƒ
Installatie van schakelkasten: Neem de instructies van de fabri-
kant in acht (IP-klasse, beveiligd tegen overstroming, explosie-
ve zones)!
ƒ
Voorkom luchtinvoer in het medium. Gebruik bij de toevoer
schotten of keerplaten. Breng ventilatievoorzieningen aan!
ƒ
Het droog laten lopen van de pomp is verboden! Luchtbellen
vermijden. Het waterpeil mag niet lager zijn dan het minimum-
waterpeil. De installatie van een droogloopbeveiliging wordt
aanbevolen!
6.4.1
Instructies voor dubbelpompbedrijf
Als er in een bedrijfsruimte meerdere pompen worden opgesteld,
moeten minimumafstanden tussen de pompen en tot de wand
worden aangehouden. De minimumafstanden zijn afhankelijk van
het type installatie: wisselbedrijf of parallel bedrijf.
Fig. 3: Minimumafstanden
d
Diameter hydraulisch huis
A
Minimale afstand tot de wand:
1
- Wisselbedrijf: min. 0,3 × d
- Parallel bedrijf: min. 1 × d
A
Afstand persleidingen
2
- Wisselbedrijf: min. 1,5 x d
- Parallel bedrijf: min. 2 x d
6.4.2
Aanwijzing met betrekking tot combiflens DN 50/65
De Rexa UNI V06... is voorzien van een combiflens DN 50/65. De
moeren op de combiflens zijn af fabriek op de flens DN 65 inge-
steld. Verstel de moeren op de flens voor het gebruik op een flens
DN 50. De flens kan altijd weer worden teruggezet op DN 65!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa UNI
Installatie en elektrische aansluiting
Fig. 4: Aanpassen combiflens
‡
Er zijn geen toebehoren op de flens gemonteerd.
‡
De moer is vrij toegankelijk.
1. Druk de moer met behulp van een schroevendraaier naar
binnen op de kleine gatcirkel.
▶ De flensverbinding is omgezet naar DN 50.
6.4.3
Onderhoudswerkzaamheden
Na een opslagtijd van meer dan 12 maanden moeten voorafgaand
aan de installatie de volgende onderhoudswerkzaamheden wor-
den uitgevoerd:
ƒ
Olie in de afdichtingsruimte controleren en zo nodig verversen.
Zie hoofdstuk „Olie verversen in de afdichtingsruimte [} 22]".
6.4.4
Stationaire natte opstelling
De pomp wordt geïnstalleerd in een pompput of een bassin. Om
de pomp aan te sluiten op de persleiding wordt een inhanginrich-
ting geïnstalleerd. Op de inhanginrichting wordt de niet inbegre-
pen persleiding aangesloten. De pomp wordt via een koppelings-
flens aangesloten op de inhanginrichting.
De persleiding moet aan de volgende eisen voldoen:
ƒ
De aangesloten persleiding is zelfdragend. De inhanginrichting
mag niet door de persleiding worden ondersteund!
ƒ
De persleiding mag niet kleiner zijn dan de persaansluiting van
de pomp.
ƒ
Alle voorgeschreven armaturen (afsluiter, terugslagklep ...) zijn
aanwezig.
ƒ
Persleiding vorstvrij geïnstalleerd.
ƒ
Ventilatievoorzieningen (bijv. ontluchtingskleppen) geïnstal-
leerd. Luchtbellen in de pomp en de persleiding kunnen leiden
tot transportproblemen.
nl
13