Deltapilot S FMB70
WAARSCHUWING
L
Een verkeerde aansluiting brengt de elektrische veiligheid in gevaar!
‣
Risico van elektrische schokken en/of explosie! Schakel de voedingsspanning uit voor
aansluiten van het instrument.
‣
Indien het meetinstrument in explosiegevaarlijke omgeving wordt gebruikt, moet de
installatie ook voldoen aan de geldende nationale normen en regelgeving en de
veiligheidsinstructies of installatie- en besturingstekeningen.
‣
Instrumenten met geïntegreerde overspanningsbeveiliging moeten worden geaard.
‣
Beveiligingscircuits tegen omgekeerde polariteit, HF-interferentie en overspanningspieken
zijn geïntegreerd.
‣
De voedingsspanning moet overeenkomen met hetgeen vermeld op de typeplaat, zie
bedieningshandleiding → 2.
‣
Schakel de voedingsspanning uit voor het aansluiten.
‣
Verwijder de deksel van het klemmencompartiment.
‣
Leid de kabel door de kabelwartel. Gebruik bij voorkeur een getwiste, afgeschermde
tweedraads kabel.
‣
Sluit het instrument zoals getoond in het diagram.
‣
Schroef het deksel vast.
‣
Schakel de voedingsspanning in.
Aarding en afscherming
De Deltapilot S moet worden geaard, bijvoorbeeld via een externe aardklem.
Verschillende aardings- en afschermingsmethoden zijn beschikbaar voor PROFIBUS PA
netwerken,zoals:
• Geïsoleerde installatie (zie ook IEC 61158-2)
• Installatie met meervoudige aarding
• Capacitieve installatie
Endress+Hauser
Elektrische aansluiting
11