In pompstations/ reservoirs moet een equipotentiaalverbinding volgens EN 60079-14:2014 [Ex] of IEC 60364-
5-54 [non-Ex] (bepalingen voor het opnemen van leidingen, veiligheidsmaatregelen aan sterkstroominstallaties)
worden aangebracht.
Alle relevante veiligheidsregels alsmede goede technische gebruiken moeten worden aangehouden.
ATTENTIE!
Voor gebruik buitenshuis moeten de volgende voorschriften in acht worden
genomen:
Dompelpompen die in buitenopstelling worden gebruikt moeten zijn uitgevoerd met een voedingskabel met een
lengte van tenminste 10 m. In andere landen kunnen andere regels van toepassing zijn.
In alle installaties moet de stroomvoorziening naar de pomp worden uitgevoerd middels een aardlekschakelaar
(bijv. RCD, ELCB, RCBO enz.) met een aardlekstroom van maximaal 30 mA. Voor installaties die niet
beschikken over een vaste aardlekschakelaar moet de pomp worden aangesloten op een stroomvoorziening
met behulp van een draagbare versie van het apparaat.
Voor alle pompen moeten door de installateur in de vaste bedrading geschikte ontkoppelingsmiddelen worden
opgenomen, overeenkomstig de geldende plaatselijke nationale codes.
Kans op elektrische schokken. Verwijder kabel en trekontlasting niet. Sluit de kabel niet aan
op de pomp.
Alle driefasenpompen moeten door de installateur in de vaste bedrading worden geïnstalleerd met een
motorstartsysteem en beveiligingsapparatuur. Deze motorbedienings- en beveiligingsapparatuur moeten
voldoen aan de vereisten van de IEC-standaardnorm 60947-4-1. Ze moeten zijn ontworpen voor de motor die
ze aansturen en bedraad en ingesteld/aangepast volgens de instructies van de fabrikant.
De geschiktheid van deze pomp voor zwembaden is niet onderzocht.
Opmerking
Raadpleeg uw elektriciën.
7