4
Typen bedrijf en startfrequentie
Pompen van de AS serie zijn ontworpen voor continu bedrijf S1 bij onderdompeling of droog-geïnstalleerd.
AS is uitsluitend ontworpen voor intermitterend gebruik (S3, 25%) bij droge installatie en voor continu gebruik
(S1) bij onderdompeling, maar uitsluitend bij het hieronder gespecificeerde minimum waterpeil.
AS
Minimum waterpeil (mm)
5
Heffen
ATTENTIE!
Neem het totale gewicht van de Sulzer-units en de bevestigde componenten in acht!
(zie het typeplaatje voor het gewicht van de basisunit).
Het meegeleverde tweede typeplaatje moet altijd zichtbaar in de buurt van de installatie van de pomp worden
aangebracht (bijv. op de terminalkast / het bedieningspaneel waar de pompkabels zijn aangesloten).
LET OP!
Hijsapparatuur moet worden gebruikt als het totale gewicht van de unit en de be-
vestigde componenten de plaatselijke veiligheidsvoorschriften voor handmatig
hijsen overschrijden.
Het totale gewicht van de unit en accessoires moet in acht worden genomen bij het definiëren van de veilige
werklast van hijsapparatuur! De hijsapparatuur, bijv. kraan en kettingen, moeten over voldoende hefcapaciteit
beschikken. De takel moet voldoende gedimensioneerd zijn voor het totale gewicht van de Sulzer-units
(inclusief hijskettingen of staalkabels en alle eventueel aangesloten accessoires). De eindgebruiker is er
als enige verantwoordelijk voor dat de hijsmiddelen in goede staat worden gecertificeerd en regelmatig
worden geïnspecteerd door een bevoegd persoon, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Versleten
of beschadigde hijsapparatuur mag niet worden gebruikt en moet op de juiste wijze worden afgevoerd.
Hijsapparatuur moet bovendien voldoen aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen.
LET OP!
De richtlijnen voor het veilig gebruik van de door Sulzer geleverde kettingen, touwen
en sluitingen staan beschreven in de meegeleverde handleiding voor hijsmiddelen en
moeten volledig in acht worden genomen.
6
Transport
Tijdens het transport mag de mixer niet vallen of worden gegooid.
De unit mag nooit aan de voedingskabel worden opgetild.
De unit is uitgerust met een hefinrichting waaraan een ketting en schakel kunnen worden gekoppeld voor
transportdoeleinden.
Een eventueel gebruikte hefinrichting moet voldoende capaciteit hebben voor het gewicht van de unit.
Alle relevante veiligheidsregels alsmede goede technische gebruiken moeten worden aangehouden.
7
Set-up en installatie
ATTENTIE:
Alle relevante regelgeving omtrent afvalwaterpompinstallaties en, waar van
toepassing, explosieveilige installaties, moet worden aangehouden.
De kabelgoot naar het bedieningspaneel moet gasdicht worden uitgevoerd door deze met schuim te
vullen nadat de voeding- en regelcircuits zijn aangelegd.
Er moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de veiligheidsregels met betrekking tot het
werken in afgesloten ruimten in afvalwaterverwerkingsinstallaties en ook aan algemene goede
technische werkmethoden.
0530
0630
0631
331
348
346
0641
0830
0831
346
408
445
0840
0841
379
450
5