Inhoudsopgave
Advertenties
8.10
Inbedrijfstelling van de installatie
Positie Activiteit
1
Zorg voor de start van de installatie, dat de installatie schoon en droog is.
2
Controleer of alle koppelingen vastgedraaid zijn.
2
De hoofdschakelaar inschakelen.
3
De waterkraan van de installatie opendraaien.
4
Controleer of de waterdruk voldoende is (> 1,5 bar en < 5 bar). Anders met reduceerven‐
tiel aanpassen.
5
Waterhardheid met de testkit meten.
6
Controleer of de sole-tank wordt gevuld met onthard water.
7
Controleer of het vullen van de sole-tank stopt, als de vlotter wordt bediend.
8
Controleren of de waterstofafvoer niet is geblokkeerd.
9
De productie op het bedieningspaneel inschakelen en storingen resetten.
10
Meet de spanning bij de membraancellen en controleer of de spanning niet hoger is dan 5
V DC per kamer.
11
Meet en controleer of de elektrische stroomwaarde tijdens de productie hetzelfde is als de
gemeten stroom die op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
12
Is de installatie uitgerust met een interne Cl2 + pH-regeling controleer dan of de vrijgave
("Enable") wordt uitgeschakeld als niet mag worden gedoseerd.
13
De checklist volledig invullen. Noteer de opmerkingen of punten die van belang zijn voor
de volgende onderhoudsbeurt.
14
Moeten voor de volgende onderhoudsbeurt speciale componenten worden besteld, bestel
of reserveer deze componenten dan.
i
Beschermende kleding
Draag bij het werken met loog en chloorproduct
beschermende kleding.
Onderhoud
Con‐
trole
57
Advertenties
Inhoudsopgave
