TEST MODE
Afb. 73: Uitgangsstatus voor het fou‐
trelais controleren
TEST MODE
Relay status
OFF
Afb. 74: Uitgangsstatus voor het sta‐
tusrelais controleren
TEST MODE
Afb. 75: Weergave van de ingangs‐
status voor het vrijgavesignaal
TEST MODE
Afb. 76: Weergave van de ingangs‐
status voor het debietcontact
TEST MODE
Afb. 77: Weergave van de ingangs‐
status voor het 4 - 20 mA-signaal van
de chloormeting
TEST MODE
Afb. 78: Weergave van de ingangs‐
status voor het aantal pulsen van de
chloorvraag
TEST MODE
Afb. 79: Weergave van de ingangs‐
status voor het 4 - 20 mA-signaal van
de loogmeting
i
18.
Met de toets OK schakelt u het relais aan resp. uit. Weer‐
[ON/OFF]
gave
19.
Met de toetsen
A1390
20.
Met de toets OK schakelt u het relais aan resp. uit. Weer‐
[ON/OFF]
gave
21.
Met de toetsen
A1391
22.
Met de toets OK schakelt u het relais aan resp. uit. Weer‐
[ON/OFF]
gave
23.
Met de toetsen
A1392
24.
Weergave
25.
Met de toetsen
A1393
26.
Weergave
27.
Met de toetsen
A1394
28.
Weergave
29.
Met de toetsen
A1395
30.
Weergave
31.
Met de toetsen
A1396
Bediening van de installatie
/ gaat u naar de volgende parameter
/ gaat u naar de volgende parameter
/ gaat u naar de volgende parameter
[ON/OFF]
/ gaat u naar de volgende parameter
[4 ... 20 mA] in %
/ gaat u naar de volgende parameter
[Pulsen per minuut]
/ gaat u naar de volgende parameter
[4 ... 20 mA] in %
/ gaat u naar de volgende parameter
41