Samenvatting van Inhoud voor ProMinent CHLORINSITU-III Compact 25 g/h
Pagina 1
Montage- en gebruikershandleiding CHLORINSITU -III Compact ® 25 g/h en 50 g/h Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg van installatie- en bedieningsfouten. De nieuwste versie van een gebruikershandleiding is beschikbaar op onze homepage. Artikelnummer: 985202 Originele gebruikershandleiding (2006/42/EG) BA CI 010 04/16 NL...
Pagina 2
Aanvullende aanwijzingen Algemene gelijke behandeling In dit document wordt volgens de algemene grammaticaregels in een neutrale zin alleen de mannelijke vorm gebruikt om de tekst leesbaar te houden. Mannen en vrouwen worden op dezelfde wijze aangesproken. Wij vragen de vrouwelijke lezers van deze tekst om begrip voor deze vereenvoudiging van de tekst.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding................. 5 1.1 Markering van de waarschuwingen......5 1.2 Kwalificatie gebruiker............ 7 Veiligheid en verantwoordelijkheid ........8 2.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen....... 8 2.2 Beoogd gebruik............. 9 Opslag en transport............11 Montage van de installatie..........12 4.1 Omgevingsvoorwaarden voor het gebruik van de installatie..............
Pagina 4
Inhoudsopgave 8.3.3 Magneetventiel zoutaanzuiging (SS) controleren (jaarlijks)..............51 8.4 Magneetventiel en drukschakelaar vervangen... 51 8.4.1 Voedingsleiding magneetventiel naar kathode (SL) vervangen ............... 51 8.4.2 Voedingsleiding drukschakelaar naar kathode ..51 8.5 Koolfilter en ventilator..........52 8.5.1 Koolfilter vervangen ..........52 8.5.2 De ventilator vervangen ..........
Inleiding Inleiding Deze gebruikershandleiding bevat alle informatie voor gebruikers van het systeem Chlorinsitu ® -III Compact in de uitvoeringen voor 25 gram/uur en 50 gram/uur. Het systeem Chlorinsitu ® -III Compact wordt in de rest van deze gebruikers‐ handleiding de installatie genoemd. De installatie is gemonteerd op een PE-montageplaat en op een waterleiding aangesloten.
Pagina 6
Inleiding VOORZICHTIG! Soort en oorzaak van het gevaar Mogelijke gevolgen: Licht tot gering letsel. Materiële schade. Maatregel die moet worden genomen om dit gevaar te vermijden. – Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Als deze situatie niet wordt vermeden, kan licht of gering letsel het gevolg zijn.
Geschoold gebruiker Een geschoold gebruiker voldoet niet alleen aan de eisen van een geïnstru‐ eerd persoon, maar heeft als aanvulling daarop een installatiespecifieke cursus gevolgd bij ProMinent of bij één van de geautoriseerde verkooppart‐ ners Gekwalificeerd vakman Een vakman is op grond van zijn opleiding, kennis en ervaring en op grond van kennis van de geldende bepalingen in staat om de werkzaamheden waarmee hij is belast te beoordelen en mogelijke gevaren te onderkennen.
Veiligheid en verantwoordelijkheid Veiligheid en verantwoordelijkheid 2.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING! Gevaar door gevaarlijke stoffen! De exploitant produceert met deze installatie zelf gevaarlijke stoffen. De exploitant heeft de plicht de gebruikershandleiding voor zijn installatie aan te passen wanneer nieuwe kennis over de gevaren van een gevaarlijke stof en de preventie daarvan bekend wordt, of wanneer nationale regelgeving iets anders voorschrijft dan wat in de mee‐...
Veiligheid en verantwoordelijkheid Open vuur Tijdens bedrijf zijn van de installatie is open vuur ver‐ boden. Industrial Security-concept van de totale installatie Voor een veilig bedrijf van een installatie of een machine is het bovendien noodzakelijk geschikte vei‐ ligheidsmaatregelen (bijv. celbeveiligingsconcept) te nemen en de automatiserings- en aandrijfcompo‐...
Pagina 10
Veiligheid en verantwoordelijkheid Alleen gekwalificeerd personeel aan en met de installatie laten werken. Bij alle levensfasen van de installatie de informatie in de gebruikershandleiding opvolgen. Bij alle levensfasen van de installatie de geldende nationale voorschriften opvolgen.
Opslag en transport Opslag en transport Kwalificatie van gebruiker, opslag en transport: getrainde per‐ Ä Hoofdstuk 1.2 „Kwalificatie gebruiker“ op pagina 7 soon, zie Aanwijzingen De installatie wordt verpakt met alle componenten op een pallet verzonden. De installatie bevat bij verzending geen chemicaliën en geen water.
Montage van de installatie Montage van de installatie Kwalificatie gebruiker, mechanische/hydraulische montage: Ä Hoofdstuk 1.2 „Kwalificatie geschoolde vakman, zie gebruiker“ op pagina 7 Kwalificatie gebruiker, elektrische installatie: Elektromonteur, Ä Hoofdstuk 1.2 „Kwalificatie gebruiker“ op pagina 7 4.1 Omgevingsvoorwaarden voor het gebruik van de installatie Open vuur Tijdens het in bedrijf zijn van de installatie is open vuur verboden.
Montage van de installatie 4.3 Componenten van de installatie A1321 A1321 Afb. 1: Componenten van de installatie 1. Sole-tank 3. Sole-pomp 2. Ventilator 4. Bedieningseenheid...
Pagina 15
Montage van de installatie A1322 Afb. 2: Componenten van de installatie Reduceerventiel Pijpleiding naar chloor-tank Ontluchting Uitlaat, water Drukschakelaar Actief koolfilter Reactiekamer 10. Ontharder Membraancel 11. Manometer Inlaat, water 12. Ventielblok...
Montage van de installatie A1323 Afb. 3: Overzichtstekening 1. De afvoer van het waterstof 6. De vulniveauregeling van de voorraadtank 2. De aansluiting van de waterleiding 7. De chloor-tank 3. De vulleiding van de chloor-tank 8. De afvoer voor het spoelwater 5.
Pagina 17
Montage van de installatie Hang de installatie waterpas op een vlakke wand Aansluiten op de waterleiding Voor een betrouwbare installatie is een inlaatwa‐ terdruk van min. 1,5 en max. 6 bar vereist. Daar‐ naast moet een waterfilter worden geïnstalleerd voor het uitfilteren van alle vaste deeltjes groter dan 0,5 mm.
Pagina 18
Montage van de installatie A1324 Afb. 4: Hydraulisch installeren van sole-tank en ventielblok 1. Blauwe slang 2. Transparante slang 3. Rode slang 4. Kathode vullen - water 5. Sole-tank vullen (blauwe slang) 6. Loog voor de ontharder aanzuigen (rode slang) 7.
Montage van de installatie 4.5 Montage, elektrisch + Anode + Anode - Kathode - Kathode ENABLE FLOW SALT SALT PUMP ACID PUMP PUMP 4-20mA 4-20mA +FSB -FSB +USER -USER MAIN-SUPPLY BOOST-PUMP DOSING PUMP A DOSING PUMP B A1325 Afb. 6: Schakelschema Sole-pomp Magneetventiel, verversen van de mem‐...
Pagina 21
Montage van de installatie 16. Chloor-sensor 20. Contact, vrijgave 17. Doseerpompen: Let op! Potentiaalgevoelig 21. Status-contacten 18. Contact, vulniveau-eindschakelaar in sole-tank 22. Fout-contacten 19. Contact, drukschakelaar 23. Membraancel Afzekering van de installatie Sluit de installatie aan op een apart stroomcircuit, dat met minimaal 10 Ampère is afgezekerd.
Pagina 22
Montage van de installatie Debietarmatuur chloor- en pH-meting Externe vrijgave Op [Enable] een extern potentiaalvrij contact aan‐ sluiten dat de vrijgave voor de dosering signaleert. Dit contact speelt alleen een rol bij interne meting; voor het meten zijn uitsluitend de vlotters in de sole-tank nodig.
Bedrijf en bediening van de installatie Bedrijf en bediening van de installatie Ä Hoofdstuk Kwalificatie gebruiker: Geschoolde gebruiker, zie 1.2 „Kwalificatie gebruiker“ op pagina 7 5.1 Bedrijfsmiddelen 5.1.1 Eisen aan de basismaterialen Zout Het meest geschikt is een zogenaamd vacuümzout. Voor menselijke consumptie moet dit een levensmiddelkwaliteit hebben.
Pagina 24
Bedrijf en bediening van de installatie De vrijgave-ingang is op de juiste wijze aangesloten (alleen bij externe besturing) Waterstofafvoerleiding naar buiten aangelegd en Ex-sticker aangebracht Controle van de waterdruk na het reduceerventiel, min. 1,2 bar en max. 1,7 bar Controleer of de leidingen schoon zijn en of er na het instal‐ leren geen spanen zijn achtergebleven Vul de sole-tank met minimaal 2 zakken zout (elk 25 kg) Vul water in de sole-tank, ca.
Bedrijf en bediening van de installatie 5.3 Installatie in bedrijf [USER] . Doorloop voordat u de installatie opstart eerst het menu Druk op de toets USER STOP Druk op START A1330 Afb. 11: START Druk op de toets KEUZE USER A1331 Afb.
Bedrijf en bediening van de installatie 5.3.2 Met interne meting De keuze [Ja] is bedoeld voor regeling met interne meting. Daarvoor is een software-uitbreiding nodig, die bij de optie [Interne meting] hoort. Wanneer deze soft‐ ware-uitbreiding niet aanwezig is, kunt u weliswaar [Ja] kiezen, maar worden de extra menu's daarna niet weergegeven.
Bedrijf en bediening van de installatie D-band instellen Een gewenste waarde van 7,0 ppm en een D-band (dode band of dode zone) van 0,1 betekent dat bij een gemeten pH-waarde van 6,9 - 7,1 geen dosering plaatsvindt. Daarmee worden directe omschakelingen van loogdosering op zuurdosering en omgekeerd voorkomen.
Pagina 28
Bedrijf en bediening van de installatie Huidige tijd instellen De gewenste waarde kunt u wijzigen met de toetsen USER MENU Bevestig met de toets Druk op de toets Set klok uren A1344 Afb. 25: Stel de uren in De gewenste waarde kunt u wijzigen met de toetsen USER MENU Bevestig met de toets Druk op de toets...
Bedrijf en bediening van de installatie Dosering actief / chloor Druk op de toets ð Met de toets kunt wisselen tussen de verschillende Dosering [AKTIEF] -weergaven terwijl de installatie in bedrijf is. actief Wanneer de installatie beschikt over een interne chloor- Chloor: en pH-meting, moet u nu eerst nog de sensoren kali‐...
Bediening van de installatie Bediening van de installatie De bediening vindt plaats via een menustructuur. Is de installatie in [ACTIEF] . De ver‐ bedrijf, bevindt de installatie zich in het menu schillende menu's hebben de volgende aanduidingen: Aanduiding Actie [Productie actief] De chloor-tank wordt gevuld.
Pagina 31
Bediening van de installatie Fabrieksinstellingen van het gebruikersmenu Fabrieksinstellingen / installatietype 25 gram/uur 50 gram/uur Instelling sole-pomp 80 % 80 % Wachtwoord 999 / --- 999 / --- Taal Engels Engels Doorlooptijd productie (buffertijd) 5 minuten 5 minuten Regeneerstart 3 uur 3 uur Klok instellen ...
Pagina 32
Bediening van de installatie Toetsen voor bediening van de installatie Toets Functie Positie naar beneden Positie naar boven Stoppen en starten van de installatie STOP START Verder in menustructuur Accepteren van de invoer ESC-toets In het menu één niveau terug gaan, zonder het opslaan of wijzigen van de invoer of waarden Installatie stoppen Stop en start de installatie met de toets...
Bediening van de installatie Het menu [KEUZE] kan worden geopend met de toets ESC KEUZE In het keuzemenu zijn meerdere submenu's beschikbaar: Gebruiker A1351 [Gebruiker] Invoer van gebruikersgegevens. Afb. 34: Keuze van het gebruikers‐ menu [CALIBRATE] Kalibratie van de 4 ... 20 mA-ingangen (alleen Engels).
Bediening van de installatie Druk op de toets om te bevestigen IJK MENU ð U gaat naar het volgende menu-item. Aansluiten 4mA aan loog Ingangssignaal A1356 Afb. 38: Sluit 4 mA aan op de loogin‐ gang Druk op de toets om te bevestigen IJK MENU ð...
Pagina 35
Bediening van de installatie Hier kunt u instellen hoeveel zoutpulsen bij 100% productie aan de membraancel worden doorgegeven. Menu Wijzig de waarde met de toetsen Anode pulsen @100% Bevestig met de toets minuten A1363 Afb. 45: Zoutpulsen bij 100% pro‐ Druk op de toets ductie Maximale doseerhoeveelheid...
Bediening van de installatie Het schakelniveau moet binnen de ingestelde tijd worden [Laag zoutniveau] weer‐ bereikt, anders wordt de foutmelding Menu gegeven. Zoutvat regenereren U kunt hier de minimale tijdsduur voor het regenereren van minuten A1369 de zouttank instellen. Afb. 51: Regenereren van de zouttank Wijzig de waarde met de toetsen Bevestig met de toets Druk op de toets...
Bediening van de installatie 6.3.1 Kalibratie van de pH-sensor Hier kunt u selecteren of u een eenpunts- of een tweepuntskali‐ bratie wilt uitvoeren. De eenpuntskalibratie kunt u uitvoeren wan‐ neer u de pH-waarde van het meetwater kent en deze pH-waarde stabiel is.
Pagina 38
Bediening van de installatie Tweepuntskalibratie Hiervoor heeft u de twee meegeleverde buffervloeistoffen nodig (pH 4 en pH 10). Hier kunt u selecteren of u een eenpunts- of een tweepunts‐ Sensoren kalibratie wilt uitvoeren. Verander de wijze van kalibreren met de toets Tweepunts cal.
Bediening van de installatie Mislukte kalibratie Wanneer de kalibratie ondanks herhaalde ver‐ zoeken niet lukt, neemt u contact op met de Ser‐ viceafdeling. pH-sensor monteren Na het kalibreren kunt u de pH-sensor weer monteren en de afsluitventielen van het debietarmatuur openen 6.3.2 Kalibratie van de chloorsensor Eenpuntskalibratie Wanneer u kalibratie van de chloorsensor selecteert,...
Bediening van de installatie „TEST MODE“ 6.4 Menu In het testmenu worden de meldteksten in het Engels weergegeven. Magneetventiel controleren [Zoutvat vullen] Controleer het magneetventiel TEST MODE Schakel met de toets heen en weer tussen magneetven‐ tiel geopend en magneetventiel gesloten Met de toetsen gaat u naar de volgende parameter, A1384...
Pagina 41
Bediening van de installatie Met de toets OK schakelt u het relais aan resp. uit. Weer‐ TEST MODE [ON/OFF] gave Met de toetsen / gaat u naar de volgende parameter A1390 Afb. 73: Uitgangsstatus voor het fou‐ trelais controleren Met de toets OK schakelt u het relais aan resp. uit. Weer‐ TEST MODE [ON/OFF] gave...
Bediening van de installatie Weergave [Pulsen per minuut] TEST MODE Met de toetsen / gaat u naar de volgende parameter A1397 Afb. 80: Weergave van de ingangs‐ status voor het aantal pulsen van de loogvraag [AAN/UIT] met de toets Zet doseerpomp 1 (zout) TEST MODE Met de toetsen gaat u naar de volgende parameter en...
Bediening van de installatie Er worden 600 seconden achteruit afgeteld. [Keuze] het menu [SPOELEN] Selecteer in menu SPOELEN Druk op de toets ð Het spoelproces begint en de tijd (600 seconden) wordt Nog te gaan achteruit afgeteld. A1405 Afb. 87: Menu SPOELEN Druk op de toets om de spoeling af te breken STOP...
Storingen oplossen Storingen oplossen In de volgende checklist staan enkele tips voor het oplossen van storingen. De beschreven handelingen mogen uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Uit de installatie kunnen chloor, natronloog, water‐ stofgas en hypochloriet ontsnappen. Let daarop. Storing Mogelijke oorzaken Activiteit Geen besturingsstroom aan‐...
Onderhoud Onderhoud Standaard-onderhoudssets Voor het optimaal functioneren van de installatie is het noodzakelijk eenmaal per jaar onderhoud door uw leverancier te laten uitvoeren. Daarbij maken we onderscheid tussen jaarlijks en driejaarlijks onderhoud. Hiervoor zijn standaard-onderhoudssets verkrijgbaar. Installatie inwendig spoelen Voordat werkzaamheden aan de installatie worden verricht, moet de installatie inwendig worden gespoeld om deze te ontdoen van chemicaliën.
Onderhoud 8.1 Controlepunten 8.1.1 Waterdruk De voordruk in de wateraanvoerleiding (leidingwater) moet groter zijn dan 1,5 bar. In de installatie is een drukreduceerventiel aange‐ bracht voor het regelen van een gelijkmatige druk. Dit ventiel moet op minimaal 1,2 bar en maximaal 1,7 bar zijn ingesteld. In de fabriek is de waterdruk op 1,5 bar ingesteld.
Onderhoud Controleer of de onthardingseenheid tijdens het regenereren zout opzuigt ð Meet nu opnieuw de waterhardheid. 8.1.3 Spanning en Ampère-getal van de membraancel De installatie moet in productie zijn om de spanning en het Ampère-getal van de membraancel te kunnen noteren. Zorg ervoor dat de voorraadtank leeg is of trek de vlotter er eenmaal uit en plaats deze weer terug Noteer de spanning en het Ampère-getal...
Onderhoud 8.2.2 Zeef en terugslagventiel in de sole-aanzuiging reinigen A1459 Afb. 92: Zeef en terugslagventiel 1. Terugslagventiel 2. Zeef Verwijder het terugslagventiel met de zeef uit de sole-tank. Schroef het terugslagventiel los, verwijder de zeef en spoel alle onderdelen met onthard water. VOORZICHTIG! Is het terugslagventiel weer bevestigd, moet de pijl op het terugslagventiel altijd naar boven wijzen.
Onderhoud 8.2.3 Magneetventiel sole-tank vullen controleren (FSB) A1460 Afb. 93: Magneetventiel, vullen sole-tank 1. Magneetventiel, vullen sole-tank Controleer het magneetventiel sole-tank vullen (1) op lek‐ kages. 8.2.4 Vulniveau van het zout in de sole-tank controleren Controleer de zouthoeveelheid in de sole-tank en zout bij‐ vullen, indien nodig.
Onderhoud 8.3 Ontharder 8.3.1 De O-ringen vervangen (elke 3 jaar) A1461 Afb. 94: Vervangen van de O-ringen 1. Venturi-mondstuk 2. O-ringen 3. Openingen Draai de 3-delige koppeling van de watertoevoerleiding uit de onthardingseenheid. Draai de venturi-pomp uit de kop van de onthardingseenheid. Vervang de twee O-ringen (6 x 2,3 mm) van de venturi- pomp.
Onderhoud 8.3.3 Magneetventiel zoutaanzuiging (SS) controleren (jaarlijks) A1463 Afb. 96: Magneetventiel voor zoutaanzuiging 1. Magneetventiel voor zoutaanzuiging Controleer het magneetventiel voor de zoutaanzuiging (1) op lekkages. 8.4 Magneetventiel en drukschakelaar vervangen 8.4.1 Voedingsleiding magneetventiel naar kathode (SL) vervangen Schroef de 2 schroeven van het ventielblok los. Schroef de 2 schroeven van de voedingsleiding van het mag‐...
Onderhoud Neem daarvoor het deksel van de bedieningsconsole af en [SL] en [FLOW] kijk naar de LED's boven [SL] brandt, moet de LED boven Wanneer de LED boven [FLOW] meteen daarna branden De puls van de voedingsleiding van de drukscha‐ kelaar moet dus arriveren op het moment dat de voedingsleiding van het magneetventiel zich opent voor het voeden van de kathode.
Onderhoud 8.5.2 De ventilator vervangen Vervang de filtermat van de ventilator eenmaal per jaar. Bij behoefte (veel stof, enz.) kan het nodig zijn de filtermat vaker te vervangen. A1465 Afb. 98: Ventilator Vervang de ventilator (1). VOORZICHTIG! Juiste montagerichting De luchtstroom moet naar de membraancel toe zijn.
Onderhoud 8.6.2 De O-ringen van de driedelige koppeling 16 mm vervangen A1467 Afb. 100: O-ringen (1) Vervang de O-ringen (15,5 x 2,6 mm) in de waterleiding naar de onthardingseenheid. 8.7 Revisiesets van de doseerpompen Gebruikershandleiding van de doseerpompen Gebruik voor deze werkzaamheden de huidige gebrui‐ kershandleidingen van de geïnstalleerde doseer‐...
Onderhoud 8.8 Slangen A1468 Afb. 101: Slangen 1. Slang van de zuignap 2. Slang van de kathode-uitgang 3. Slang van de anode-uitgang 8.8.1 Slang van de zuignap vervangen Vervang de teflonslang 8/6 mm van de zuignap naar het magneetventiel van de venturi-pomp. 8.8.2 Slang van de anode-uitgang vervangen Vervang de teflonslang 8/6 mm van de anode-uitgang naar de onderzijde van de vlotterkamer.
Onderhoud Reinig en droog alles. Controleer of alle afsluitkranen weer in normale bedrijfsstand staan. Controleer of alle koppelingen weer vastgedraaid zijn. Doe de stekker in het stopcontact. Open de watertoevoerleiding naar de installatie. Zorg ervoor dat er chloor nodig is en er geproduceerd kan worden.
Onderhoud 8.10 Inbedrijfstelling van de installatie Beschermende kleding Draag bij het werken met loog en chloorproduct beschermende kleding. Positie Activiteit Con‐ trole Zorg voor de start van de installatie, dat de installatie schoon en droog is. Controleer of alle koppelingen vastgedraaid zijn. De hoofdschakelaar inschakelen.
Buitenbedrijfstelling en verwijdering Buitenbedrijfstelling en verwijdering Producttank legen Houd de persslang van de installatie in een emmer met chloorafbrekend middel (bijv. perboraat, enz.). Pomp de tank leeg. Spoel de installatie door met water. Trek de stekker van de installatie uit het stopcontact. Verwijder de ontchloorde en geneutraliseerde chemicaliën conform de geldende nationale verwijderingsvoorschriften.
Geproduceerde stoffen Geproduceerde stoffen WAARSCHUWING! Gevaar door een gevaarlijke stof! Mogelijk gevolg: overlijden of zeer ernstig letsel. Houdt u bij de omgang met gevaarlijke stoffen de actuele veiligheidsinformatiebladen van de fabrikant van de gevaarlijke stof bij de hand. In het veiligheidsin‐ formatieblad staan de vereiste maatregelen vermeld.
CE-conformiteitsverklaring CE-conformiteitsverklaring Hiermee verklaren wij, Van den Heuvel Watertechnologie bv Glashorst 114 NL - 3925 BV Scherpenzeel (Gld) op eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verkla‐ ring betrekking heeft, voldoet aan de volgende richtlijnen: Benaming van het product: Chlorinsitu -III Compact ®...