6.3.1 Kalibratie van de pH-sensor
Sensoren
Eenpunts cal.
Afb. 54: Verander de wijze van kali‐
breren
Eenpuntskalibratie:
Sensoren
Meetwaarde Bad
Afb. 55: Meetwaarde Bad
Sensoren
pH calibratie
Overnieuw? / goed
Afb. 56: Statusmelding
i
Hier kunt u selecteren of u een eenpunts- of een tweepuntskali‐
bratie wilt uitvoeren. De eenpuntskalibratie kunt u uitvoeren wan‐
neer u de pH-waarde van het meetwater kent en deze pH-waarde
stabiel is. De tweepuntskalibratie kunt u uitvoeren wanneer de een‐
puntskalibratie niet is gelukt. Een tweepuntskalibratie is altijd
nauwkeuriger en kan ook in plaats van een eenpuntskalibratie
worden uitgevoerd. Voor een tweepuntskalibratie zijn de meegele‐
verde buffervloeistoffen nodig (pH 4 en pH 10).
1.
Verander de wijze van kalibreren met de toets
2.
Bevestig met de toets
A1372
Wanneer u voor de eerste maal een eenpuntskalibratie uitvoert,
meet u eerst de pH-waarde van het meetwater en voert u vervol‐
gens deze waarde in onder
1.
Wijzig de waarde met de toetsen
2.
Bevestig met de toets
A1373
3.
Al naar gelang het resultaat is de melding:
[Goed] = wanneer de pH-waarde overeenkomt met het
n
signaal van de pH-sensor.
[Voldoende] = wanneer de pH-waarde nog binnen de
n
A1374
tolerantie overeenkomt met het signaal van de pH-
sensor.
[Overnieuw?] = wordt gevraagd wanneer de kalibratie is
n
mislukt.
Bevestig met de toets
Bediening van de installatie
[Meetwaarde Bad] .
/ .
37