Inbedrijfstelling
10
Zorg voor een correcte montage en elektrische aansluiting van de lekdetector
volgens hoofdstuk 9 Montagehandleiding.
Gevaar voor de gezondheid door schadelijke dampen!
Tijdens het evacuatieproces, de inbedrijfstelling en de werking
kunnen schadelijke dampen uit de bewakingsruimte aan de
uitlaatopening van de pomp ontsnappen.
► Dampen niet inademen.
► Zorg voor voldoende ventilatie.
10.1 Evacuatie van de bewakingsruimte
- Voor kleinere volumes van de bewakingsruimte kan de geïntegreerde
vacuümpomp de evacuatie overnemen.
- Indien het volume van de bewakingsruimte groot is, wordt aanbevolen de
bewakingsruimte vooraf te evacueren met een geschikte externe vacuümpomp.
- De
lekdetector
alarmschakelpunt wordt overschreden en de alarmuitschakelwaarde wordt
bereikt. Het rode controlelampje (1.2) dooft en de zoemer (1.18) schakelt uit (zie
ook hoofdstuk 8.1 Functieverloop).
- Het groene bedrijfslampje (1.3) moet gaan branden.
- De pomp wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de pompuitschakelwaarde
P
wordt bereikt.
PA
10.2 Functietest
De functiecontrole is bedoeld om de goede werking van de lekdetector te
waarborgen. Dit moet worden uitgevoerd door een deskundige:
- alvorens de lekdetector in gebruik te nemen.
- 1x per jaar.
- in geval van storingen of alarmen zonder aanwijsbare oorzaak
NALEVEN
► Het apparaat moet voor alle onderhoudswerkzaamheden van
het stroomnet worden losgekoppeld!
Controleer of er geen spanning op staat en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen.
17-08-2022 dpae
Lekdetector V8 R325
WAARSCHUWING
blijft
een
alarm
- 22 -
weergeven
totdat
17000215 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V8 R325 NL.docx
het
ingestelde