Inhoudsopgave
Advertenties
Boorafstand 156 mm (boorsjabloon op de verpakking). Bedek de
schroefkoepels in het onderste deel van de behuizing met beschermkapjes
(meegeleverd).
-
De afstand van de zijdelingse wand van de ventilatiesleuven aan de linkerkant
moet minimaal 30 mm zijn.
-
Kies de installatieplaats zo, dat de lekdetector voldoende in de schaduw ligt of
niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht of warmte.
-
Als de lekdetector buitenshuis wordt geïnstalleerd, moet u deze beschermen
tegen weersinvloeden, bijv. door installatie in een beschermkast IP55 of een
montagedoos met extra beschermdak. Deze moeten worden uitgerust met een
extra buitenalarm.
-
Indien op de montagelocatie omgevingstemperaturen onder -5°C te
verwachten zijn, moet een extra verwarming met thermostaat worden
geïnstalleerd (speciale uitvoering).
9.2 Voor dubbelwandige bodems van tanks met vlakke
bodem
-
Voor montage op dubbelwandige bodems van tanks met vlakke bodem biedt
de fabrikant de speciale uitvoering "V8 voor tanks met vlakke bodem". Hiervoor
wordt de lekdetector gemonteerd in een beschermende doos van 800 x 600
mm
met
verwarmingselement (zie bijlage 13.1 Speciale uitvoering V8 R325 voor tanks
met vlakke bodem).
-
Bij montage op de tankwand binnen de verzamelruimte moet de klepkast
boven het hoogst mogelijke vloeistofniveau in de verzamelruimte worden
gemonteerd (zie bijlage 13.2 Montagevoorbeeld voor container LAG
gemonteerd op tankwand).
-
Bij montage op de ringmantel buiten de verzamelkamer, moet de uitlaatpijp
aan de buitenkant van de ringschaal tot aan de bovenrand worden geleid en
daar in de verzamelkamer uitkomen (zie bijlage 13.3 Montagevoorbeeld voor
container-LAG buiten op ringmantel gemonteerd).
9.3 Voor dubbelwandige pijpleidingen
-
Wanneer de lekdetector op een pijpleiding wordt aangesloten, kan de
maximale verticale afmeting "h" tussen het laagste punt van de pijpleiding en
de vloeistofbarrière in de zuigleiding ook worden berekend met de formule h
volgens hoofdstuk 7.1 Toepassingsgebied. Om een alarmuitgang te
garanderen bij aanzuiging op één niveau en aansluiting van de meetleiding
met T-tak (zie bijlage 13.4 Montagevoorbeeld voor dubbelwandige pijpleiding)
, moeten de instructies voor de horizontale afstand "L" van de meetleiding in
acht worden genomen.
-
Aan het einde van de uitlaatleiding moet een vloeistofbarrière met
waterafscheider worden aangebracht om te voorkomen dat het medium in
geval van lekkage ontsnapt (zie bijlage 13.4 Montagevoorbeeld voor
dubbelwandige pijpleiding). Het uiteinde van de uitlaatleiding moet gemakkelijk
toegankelijk zijn.
17-08-2022 dpae
Lekdetector V8 R325
geïntegreerde
vloeistofbarrières,
- 16 -
17000215 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG V8 R325 NL.docx
condensbak
en
max
Advertenties
Inhoudsopgave
