Inhoudsopgave
Advertenties
- Het is aan te raden de lekdetector aan te sluiten via de zekering van een vaak
gebruikte verbruiker (bijv. lamp in de keldergang). Een stroomstoring wordt
hierdoor onmiddellijk gedetecteerd.
- De elektrische toevoerkabel (bijv. NYM-J 3 x 1,5 mm²) moet van bovenaf via de
kabelwartel in de behuizing worden gevoerd. Zorg ervoor dat de kabels boven
de luchtgeleiding worden gelegd en niet in aanraking komen met de pomp, de
zoemer of het verwarmingselement (hete onderdelen). De klemmenstrook is
geschikt voor draden met een diameter tot maximaal 1,5 mm² en de
kabeldoorvoeren zijn geschikt voor kabels met een buitendiameter van 6-10
mm.
- Extra aansluitkabels (bijv. voor buitenalarm of extern alarmsignaal via
potentiaalvrij relais) kunnen worden aangesloten via de 2 extra openingen op
de bovenkant van het apparaat en de bijbehorende wartels (M16).
- De elektrische aansluiting (L, N, PE en A) op het klembord van de lekdetector
moet worden uitgevoerd volgens het aansluitschema in het schakelschema (zie
hoofdstuk 9.6 Schakelschema IIIF R325).
- Het signaal van een spanningsvermindering aan de lekdetector en de
alarmstatus kunnen via het optioneel geïnstalleerde potentiaalvrije relais
worden opgevangen (bijv. voor doorsturen naar een controlekamer of
datasignaleringsmodule op afstand).
29-06-2018 dpae
Lekdetector IIIF R325
- 25 -
17000611 NL-17-00 GEBRUIKSAANWIJZING LAG IIIF R325 NL.docx
Advertenties
Inhoudsopgave
