Opnamemenu
Scherpte: de scherpte aanpassen
Hiermee wordt de scherpte van het beeld aangepast.
(–)
(Normaal)
(+)
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
(Opnemen)
(Continu)
(Uit)
• In de functie Autom. instellen of Eenvoudig opnemen wordt [SteadyShot] ingesteld op [Opnemen].
• Wanneer u films opneemt, kunt u alleen [Continu] of [Uit] selecteren.
De standaardinstelling is ingesteld op [Continu].
• De steadyshot-functie functioneert in de volgende gevallen wellicht niet goed.
– Als de bewegingen met de camera te hevig zijn.
– Bij een lange sluitertijd, bijvoorbeeld bij het opnemen van nachtelijke scènes.
(Opname-instellingn): de opname-instellingen selecteren
Hiermee selecteert u de instellingen voor de opnamefunctie. De items die in dit menu worden
weergegeven, zijn dezelfde als in [
pagina 46, 90.
68
Voor meer informatie over de bediening
Naar –: maakt een beeld zachter.
Naar +: maakt een beeld scherper.
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
• De accu verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Opnemen].
Hiermee wordt de steadyshot-functie niet gebruikt.
Opname-instellingn] in het HOME-scherm. Zie
1 pagina 47