• Steek uw hand niet in de cartridgehouder. De
thermische kop wordt erg heet, vooral na
herhaaldelijk afdrukken.
• Spoel het inktlint niet terug en gebruik geen
teruggespoelde printcartridge voor het
afdrukken. Als u dit toch doet, krijgt u niet
het gewenste afdrukresultaat en kan er zelfs
een defect optreden.
• Als de printcartridge niet goed vastklikt,
verwijdert u deze en plaatst u deze weer
terug. Als het inktlint te slap is om dit goed te
plaatsen, spoelt u het inktlint in de richting
van de pijl om het inktlint weer strak te
zetten.
• Verwijder de printcartridge niet tijdens het
afdrukken.
Opmerkingen over het bewaren van de
printcartridge
• Plaats de printcartridge niet op een plaats
waar deze wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen, hoge luchtvochtigheid,
overmatige hoeveelheden stof of direct
zonlicht.
• Als u een cartridge die u gedeeltelijk hebt
gebruikt, wilt opbergen, moet u hiervoor de
originele verpakking gebruiken.
4 Het printpapier
plaatsen
1
Open de papieruitvoerlade.
2
Schuif de klep van de papierlade
in de tegenovergestelde richting
van de papierinvoerrichting (1)
en zet de klep omhoog (2).
Wordt vervolgd
13
NL