3. Veiligheid
veiligheidstechnische, arbeidsgeneeskundige en verkeersregels, en u kunt de voorschriften en regels
ook toepassen.
3.4
Aanwijzingen voor de exploitant
De exploitant is verantwoordelijk voor het gebruik van de machine volgens de voorschriften.
3.4.1
Kwalificatie van het personeel
Personen die zich bezighouden met de bediening, het onderhoud of de reparatie van de machine
moeten vóór aanvang van de werkzaamheden deze gebruiksaanwijzing hebben gelezen en begrepen.
•
De machine mag uitsluitend worden gebruikt door geïnstrueerd en door de exploitant
geautoriseerd personeel.
•
Personeel in opleiding/cursus/instructie mag alleen onder toezicht van een ervaren persoon aan
de machine werken.
•
Alleen gekwalificeerd onderhoudspersoneel mag onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitvoeren.
3.4.2
Instructie
Verkooppartners, fabrieksvertegenwoordigers of medewerkers van de firma instrueren de exploitant in
de bediening en het onderhoud van de machine.
De exploitant dient ervoor te zorgen dat nieuw bedienings- en onderhoudspersoneel zorgvuldig wordt
geïnstrueerd in de bediening en het onderhoud van de machine met inachtneming van deze
gebruiksaanwijzing.
3.4.3
Ongevallenpreventie
De veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften zijn in ieder land wettelijk geregeld. Voor het
naleven van de in het land van gebruik geldende voorschriften is de exploitant van de machine
verantwoordelijk.
Neem bovendien nog goed nota van de volgende aanwijzingen:
•
Laat de machine nooit zonder toezicht werken.
•
Tijdens het werk en het transport mag de machine in geen geval worden beklommen
(meerijverbod).
•
Gebruik de onderdelen van de machine niet als hulp bij het opstappen.
•
Draag geen wijde kleding. Vermijd werkkleding met riemen, franjes of andere delen die ergens
vast zouden kunnen haken.
•
Let bij de omgang met chemicaliën op de waarschuwingen van de desbetreffende fabrikant.
Mogelijkerwijze moet u persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) dragen.
3.5
Aanwijzingen voor de gebruiksveiligheid
Gebruik de machine uitsluitend in gebruiksveilige toestand. Zo voorkomt u gevaarlijke situaties.
12
5900490
SA 250/360