5.4 Rijden
Begin na het ontsteken onmiddellijk met rijden
om brand- en bodemschade te voorkomen.
De branderkap van de HOAF thermHIT® 75M/100M/125M dient tijdens het
gebruik over de grond te worden voortbewogen. Er moet een afstand van ca. 2
cm zijn tussen bodemoppervlak en glijsledes van de HOAF thermHIT® 75M/100M/
125M. De glijsledes dienen er voor om de branderkap te beschermen tegen kleine
oneffenheden op de grond.
Om hitteverlies te voorkomen moet de HOAF thermHIT® 75M/100M/125M
dichtbij de grond worden voortbewogen. Rij langzaam. Het uiteindelijke resultaat
is afhankelijk van:
• Afstand van de branders tot de vegetatie
• Snelheid
• Soort vegetatie
• Dichtheid van de vegetatie
• Weersomstandigheden tijdens en na de behandeling
• Vocht
• Etc.
5.5 Stoppen
1. Draai de sleutelschakelaar op '0'.
2. Laat het restgas verbranden.
De brander valt in storing.
3. Stop de werktuigdrager.
Laat de machine nooit onbeheerd achter.
Versiedatum: 12 december 2016
HOAF thermHIT® 75M/100M/125M
Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5 - Bediening
Afb. 5-5: Stoppen
5
Bediening 29