Inhoudsopgave
Advertenties
5
5.2 Algemeen
5.2.1
Soorten onkruid
De meeste grassen, een- en tweejarige planten en jonge planten van meerjarige
kruiden kunnen met twee tot drie behandelingen worden vernietigd. Voor enkele
grassen en vaste planten zoals weegbree, roodbeen en klaver kunnen tot zes
behandelingen nodig zijn.
Diep wortelende planten zoals paardenbloem, distel, zuring en kweek komen door
voedselreserves in de wortelstokken of penwortels meestal zelfs na een zesmalige
behandeling opnieuw op en moeten daarom gedurende twee tot drie
groeiperioden intensief worden behandeld.
Ongeveer 65% van het bovengrondse zaad wordt dusdanig beschadigd dat het
niet meer kiemt. De preventieve werking van elke Infraplus® behandeling is mede
bepalend voor een duurzame vermindering van het onkruidbestand.
5.2.2
Bepalen van het tijdstip van de behandeling
Om het tijdstip van de behandeling zo goed mogelijk te bepalen moet, naast
rekening houdend met de weersomstandigheden en de groeikracht van de
planten, het oppervlak dat bewerkt moet worden goed worden bekeken.
Vooral in het eerste jaar van behandeling moeten de tijdsintervallen tussen de
herhalingen zo kort als nodig wordt gekozen om het onkruid nauwelijks tot geen
kans op herstel te geven. Hoe vlugger de planten "uitgehongerd" raken, hoe
eerder u (nagenoeg) schone oppervlakten verkrijgt.
Nieuw aangelegde of opgeknapte terreinen moeten direct na zichtbare opkomst
van onkruid (1-3 cm hoog) worden hebandeld, aangezien jonge aanplant zeer
kwetsbaar is en dus eenvoudig te vernietigen is. Een laatste behandeling tegen
het einde van de herfst heeft ook een zeer gunstige werking. Hierdoor worden de
planten ten tijde van geringe groeikracht nog eens extra verzwakt.
Let op! Voer een nooit een behandeling uit op
plaatsen waar bladeren liggen!
26 Bediening
Gebruikershandleiding
HOAF thermHIT® 75M/100M/125M
Hoofdstuk 5 - Bediening
Versiedatum: 12 december 2016
Advertenties
Inhoudsopgave
