DEMONTAGE VLOEISTOFGEDEELTE
Verwijder inlaatspruitstukken (60, 64, 65) en uitlaatspruit-
stukken (61, 62, 63) samen.
Afzonderlijk inlaatspruitstuk (60), PRV-inlaatspruitstuk (65)
en Recht inlaatspruitstuk (64).
Afzonderlijk Y-uitlaatspruitstuk (61), PRV-uitlaatspruitstuk
(63) en Recht uitlaatspruitstuk (62).
Verwijder de O-ring (67) tussen de spruitstukflenzen.
Verwijder (22) kogels, (19) 'O'-ringen en (21) zittingen.
Verwijder (15) vloeistofdoppen.
OPMERKING: Dubbellaags mebraan gebruikt primair diafrag-
ma (7) en back-up-membraan (8). PTFE-membraanmodellen
gebruiken een primair membraan (7) en een dubbellaags
back-upmembraan (8 & 10). Raadpleeg de hulpweergave in
de illustratie van het Vloeistofonderdeel.
Verwijder de membraanbout (14), sluitring (9), buiten-
ste membraanring (6), primair membraan (7), back-up
membraan (8 & 10), binnenmembraanring (5), membraan
zacht kussen (12), afstandsstuk ( 18).
Verwijder Balgplaat (16) en Balg (13).
OPMERKING: Kras of markeer het oppervlak van de zuiger-
stang (134) niet.
EP20-XXXXX-XXX-XXX (nl)
OPNIEUW MONTEREN
VLOEISTOFGEDEELTE
Zet de onderdelen weer in elkaar in omgekeerde vol-
gorde van de volgorde waarin ze zijn verwijderd. Raad-
pleeg de koppelvereisten op pagina 28.
Reinig en inspecteer alle onderdelen. Vervang versleten
of beschadigde onderdelen met nieuwe onderdelen indi-
en nodig.
Installeer de balg (13), de balgplaat (16) en zet deze vast
met de inbusbout (17).
Membranen moeten worden geïnstalleerd zoals aange-
geven en moeten hol zijn in de richting van de vloeistof-
dop (15). De markering 'Vloeistofzijde' moet naar de vloe-
istofdop wijzen. De markering 'Aandrijfzijde' moet naar
het carter wijzen.
Installeer afstandsstuk (18), zachte membraanschijf
(12), binnenmembraanring (5), primair membraan (7),
back-up membraan (8 en 10), buitenmembraanring (6),
schroefring en zet deze vast met membraanbout (14).
Zorg ervoor dat de O-ring (3) op de afdichting van de bor-
ing is geplaatst en dat de O-ring (4) op de groef van de
gezichtsafdichting van de buitenste membraanring (6) is
geplaatst.
Installeer de vloeistofdop (15) door de zeskantbout (27)
en de moer (29).
Installeer (21) zittingen, (19) 'O'-ringen en (22) kogels.
Monteer het Y-uitlaatspruitstuk (61) op het PRV-uit-
laatspruitstuk (63) & het rechte uitlaatspruitstuk (62) en
zet vast met de zeskantbout (68). Zorg ervoor dat de
O-ring (67) tussen de spruitstukken is geplaatst.
Monteer het Y-inlaatspruitstuk (60) op het PRV-in-
laatspruitstuk (65) & het rechte inlaatspruitstuk (64) en zet
vast met de zeskantbout (68). Zorg ervoor dat de O-ring
(67) tussen de spruitstukken is geplaatst.
Installeer het inlaatspruitstuk (60, 64, 65) en het uit-
laatspruitstuk (61, 62, 63) en zet ze vast met de zeskant-
bout (26).
OPMERKING: Ring (28, 69) wordt gebruikt voor aluminium
en gietijzeren pompconfiguraties.
Controleer opnieuw de instellingen van het draaimoment
nadat de pomp herstart is en laat hem een tijdje draaien.
Pagina 29 van 44