het werk dat wordt uitgevoerd aan motoren en andere elektrische onderdelen mag alleen worden uitgevoerd door
speciaal opgeleide elektriciens, goedgekeurd door de veiligheidsmanager.
Gebruik altijd hulpmiddelen die in perfecte staat zijn en die specifiek zijn gemaakt voor de uit te voeren
handelingen. Het gebruik van ongeschikte hulpmiddelen of hulpmiddelen die niet in goede staat zijn,
kunnen ernstige schade veroorzaken.
(**) voor Air Series stofzuigers is deze richtlijn niet van toepassing.
4.3
Onderhoudsprocedures
Opgepast!
Alle beschreven bewerkingen moeten worden uitgevoerd waarbij de stekker niet in het stopcontact zit.
Voordat u onderhouds- of reinigingstaken uitvoert, moet u altijd geschikte beschermende kleding
dragen, evenals een bril en/of handschoenen naargelang het type taak dat u uitvoert.
Voor een goede werking van de stofzuiger, voert u best regelmatig een aantal controles uit:
Dagelijks
➢
Controleer of de container niet vol zit. Het is aanbevolen de container leeg te maken wanneer het
opgezogen materiaal ongeveer driekwart van de maximale capaciteit heeft bereikt.
➢
Controleer de staat van de stofzuigerslang en de accessoires die u gebruikt. Een gat, barst of scheur in
de stofzuigerslang verlaagt de zuigkracht en kan materiaal in de omgeving verspreiden.
Wekelijks
➢
Maak de stofzuiger regelmatig schoon en verwijder opgehoopt stof. De laag opgehoopt stof mag
niet dikker zijn dan 2 mm.
➢
Verwijder alle stof van de wielen.
Om de 6 maanden
➢
Controleer of de kopaansluiting, de filterringbehuizing en de bevestiging van de container
luchtdicht zijn.
➢
De elektrische onderdelen (stekkers, schakelaars, kabels, enz) mogen geen gebreken of defecten vertonen.
➢
De schroeven en moeren moeten altijd stevig vast zitten.
➢
Reinig de stroomrichter in de stofzuigslang regelmatig om te voorkomen dat er zich stof ophoopt in
het aanzuiggedeelte.
➢
Verwijder de beschermingsplaten aan de zijkant van de turbine en zuig alle opgehoopte stof in het
aanzuiggedeelte op.
➢
Controleer de staat van de filters.
➢
Het filter mag niet te doorlatend zijn.
➢
Er mogen geen gaten of scheuren in de filters zitten en de naad mag er niet versleten uitzien.
Controleer of de filterhouderring goed vast zit. Indien één van de bovenvermelde gebreken zich
voordoet, moet u het filter vervangen zoals vermeld in deel 5.4.
Onderhoudsgedeelte