Inhoudsopgave
Advertenties
4.4.2 SENSOR-setup
KIES SENSOR (als er meer dan één sensor is)
UITVOERMODUS
BLOKKEREN
AAN
VERVANGENDE
WAARDE
KEUZE
SENS.METING
FACTOR
CALIBRATE
(KALIBREREN)
GEHEUGEN
PUNT 1
PUNT 2
PUNT 3
GEHEUGEN
WISSEN
PUNT 1
PUNT 2
PUNT 3
FABRIEKSKAL.
CONFIGUREREN
WIJZIG NAAM
EENHEID
PARAMETERS
RESPONS TIJD
LOGGER INTERVAL
FABRIEKSCONFIG
ONDERHOUD
Gedrag van de uitgangen tijdens kalibratie of terwijl het nulpunt wordt ingesteld
Huidige, niet gecorrigeerde meetwaarde
Kan worden ingesteld tussen 0,10 en 10,00, een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven
in paragraaf
4.5 CALIBRATE (KALIBREREN)
Kalibratiepunt 1 wordt opgenomen
Kalibratiepunt 2 wordt opgenomen
Kalibratiepunt 3 wordt opgenomen
Wist voor alle punten de opgenomen waarden.
Stroomkalibratie voor punt 1
Stroomkalibratie voor punt 2
Stroomkalibratie voor punt 3
Beveiligingsprompt, alle kalibratiepunten worden gewist
Naam kan tot 16 tekens bevatten,
FABRIEKSCONFIG: Apparaatnummer
TRB: (FNU, EBC, TE/F, NTU, FTU)
TS: (mg/L, g/L, ppm, %)
FABRIEKSCONFIG: FNU
TRB, TS, FABRIEKSCONFIG: TRB
1 tot 300 s, FABRIEKSCONFIG: 60 s
10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 3 min, 4 min, 5 min, 6 min, 10 min, 15 min, 30 min,
FABRIEKSCONFIG: 10 min
Beveiligingsprompt; stelt alle hierboven genoemde menu-items opnieuw volgens de
fabrieksconfiguratie in.
Werking
Werking
Werking
17
17
17
Advertenties
Inhoudsopgave
