67D-Serie
volledige overdrukbeveiliging. Het interne
veiligheidstoestel is slechts ontworpen voor
een minimale zittinglekkage.
Reinig alle leidingen voordat de regelaar wordt geïnstalleerd
en controleer of de regelaar niet is beschadigd of
verontreinigd tijdens transport. Breng leidingmiddel aan op
de buitendraad van de leiding van NPT-huizen. Gebruik voor
geflensde huizen geschikte leidingpakkingen, goedgekeurde
leidingen en praktijken voor schroefverbindingen. Installeer
de regelaar in elke gewenste positie, tenzij anders
gespecificeerd, maar zorg ervoor dat de stroomrichting
door het huis overeenkomt met de stroomrichting die wordt
aangegeven door de pijl op het huis.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar
dusdanig wordt geïnstalleerd dat de
ontluchtingsopening in het veerhuis te allen
tijde vrij is van obstructies. De regelaar
moet voor buiteninstallaties uit de buurt
van verkeer van voertuigen en dusdanig
worden geplaatst dat water, ijs en andere
verontreinigingen het veerhuis niet via
het luchtkanaal kunnen binnendringen.
Plaats de regelaar niet onder dakranden of
regenpijpen en zorg ervoor dat hij boven de
waarschijnlijke sneeuwhoogte blijft.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen drukgrenzen zijn op het typeplaatje
van de regelaar gedrukt. Als de werkelijke inlaatdruk
de maximale uitlaatdruk overschrijdt, moet enige vorm
van overdrukbeveiliging worden aangebracht. Als de
inlaatdruk van de regelaar hoger is dan de veilige werkdruk
van de benedenstroomse apparatuur moet tevens een
overdrukbeveiliging worden aangebracht.
Werking van de regelaar onder de maximale drukgrenzen
sluit de mogelijkheid van schade door externe bronnen
of vuil in de leiding niet uit. Als er sprake is geweest van
overdrukomstandigheden, moet de regelaar op schade
worden gecontroleerd.
Opstarten
De regelaar is in de fabriek ingesteld op ongeveer het
middelpunt van het veerbereik of de verzochte druk,
waardoor een eerste afstelling vereist kan zijn om de
gewenste resultaten te behalen. Wanneer de regelaar
correct is geïnstalleerd en de veiligheidstoestellen naar
behoren zijn afgesteld, draait u langzaam de bovenstroomse
en benedenstroomse afsluitventielen open.
Aanpassing
Om de uitlaatdruk te wijzigen, verwijdert u de sluitdop of
draait u de borgmoer los en draait u de stelschroef rechtsom
om de uitlaatdruk te verhogen, of linksom om de druk te
verlagen. Controleer de uitlaatdruk tijdens de afstelling met
een testmeter. Vervang de sluitdop of haal de borgmoer aan
om de gewenste instelling te behouden.
2
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
▲
WAARSCHUWING
Om persoonlijk letsel ten gevolge van
plotseling vrijgekomen druk te voorkomen,
moet voorafgaand aan demontage, eerst alle
druk uit de regelaar worden afgelaten.
Onderdelenoverzicht
Key
Beschrijving
1
Huis
2
Spuiafsluiter (Niet beschikbaar voor types 67D, 67DR, 67DS
en 67DSR)
3
Flensbout
4*
O-ring (Dripwell) (Niet beschikbaar voor types 67D, 67DR, 67DS
en 67DSR)
5
Dripwell (Niet beschikbaar voor types 67D, 67DR, 67DS
en 67DSR)
6*
Filterelement (Niet beschikbaar voor types 67D, 67DR, 67DS
en 67DSR)
7
Veerhuis
9
Filtercontainer (Niet beschikbaar voor types 67D, 67DR, 67DS
en 67DSR)
11*
As afsluiter
12*
Veer afsluiter
14*
O-ring (Veerschotel) (Niet beschikbaar voor types 67DF, 67DFR,
67DFS en 67DFSR)
15*
Zachte zitting
16*
Membraangroep
17
Veer
18
Stelschroef
19
Zeskantmoer
20
Bovenste veerzitting
22
Drukmeter (niet weergegeven)
23
Leidingplug (niet weergegeven)
30
NACE-plaatje (niet weergegeven)
31
Moer voor paneelmontage
32
Draadafdichting (niet weergegeven) (Alleen voor types 67D,
67DR, 67DF en 67DFR)
33
Sluitdop
45
Ontluchtingsscherm, alleen voor types 67DS, 67DSR, 67DFS
en 67DFSR
48
Veerschotel
49*
O-ring (Plug)
50*
O-ring (As)
57
Klepplug
58*
Zitting
65
B orgschroef filter (Voor types 67DF, 67DFR, 67DFS en 67DFSR
66*
Filterpakking (Voor types 67DF, 67DFR, 67DFS en 67DFSR)
1. Aanbevolen reserveonderdeel.