Installatiegids
Nederlands – mei 2002
Inleiding
Deze installatiegids bevat aanwijzingen voor installatie, opstarten
en afstelling. U kunt de handleiding aanvragen bij het plaatselijke
verkoopkantoor of de verkoopvertegenwoordiger van Fisher. De
handleiding is ook verkrijgbaar op www.FISHERregulators.com.
Zie voor meer informatie:
Handleiding type 6365 en serie 6358, formulier 5499,
D102692X012.
PED-categorie
Dit product mag als veiligheidaccessoire gebruikt worden voor
drukapparatuur in de volgende categorieën van Richtlijn
Drukapparatuur 97/23/EG. Het product mag ook buiten de Richtlijn
Drukapparatuur om gebruikt worden mits daarbij de juiste
methoden (sound engineering pratices, SEP) gevolgd wordt
overeenkomstig de onderstaande tabel.
P
R
O
D
U
C
T
A
F
M
E
T
N I
G
E
N
T
p y
e
6
3
6
5
D
N
6
1 (
4 /
i
c n
) h
T
p y
e
6
3
5
8
D
N
6
1 (
4 /
i
c n
) h
Specificaties
Beschrijving van pilots
Type 6365: insteldrukbereik van 35 mbar tot 0,14
bar (14-inches w.c. tot 2 psig). Deze pilot heeft
een high-gain restrictiestandaard.
Type 6358: insteldrukbereik van 0, 21 tot 8,6 bar
(3 tot 125 psig) in twee bereiken. Deze pilot heeft
een restrictieplug.
Type 6358B: insteldrukbereik van 0,21 tot 8,6
bar (3 tot 125 psig) in vijf bereiken. De pilot is
beschikbaar met high-, medium- of low-gain
restrictie.
Type 6358EB: insteldrukbereik van 5,2 tot 24,1
bar (75 tot 350 psig) in drie bereiken. De pilot is
beschikbaar met high-of low-gain restrictie.
Type 6358EBH: insteldrukbereik van 17,2 tot
41,4 bar (250 tot 600 psig) in twee bereiken. De
pilot is beschikbaar met high- of low-gain
restrictie.
Maximale ontlasting(inlaat)druk (inclusief
(1)
drukopbouw)
Hangt af van de maximale inlaatdruk voor de
complete ontlastklep, zoals gespecificeerd in de
handleiding voor de hoofdregelaar.
(1)
Insteldrukbereik pilots
Type 6365: 35 mbar tot 0,14 bar (14-inches w.c.
tot 2 psig)
Type 6358: 0,21 tot 2,8 bar (3 tot 40 psig), 0,21
tot 8,6 bar (3 tot 125 psig)
Type 6358B: 0,34 tot 1,24 bar (5 tot 18 psig),
0,69 tot 2,1 bar (10 tot 30 psig), 0,21 tot 2,8 bar
(3 tot 40 psig), 2,8 tot 4,1 bar (30 tot 60 psig),
0,21 tot 8,6 (3 tot 125 psig)
1. De druk- en temperatuurlimieten in deze installatiegids en alle andere geldende
normen en limieten mogen niet overschreden worden.
C
A
T
E
G
O
R
E I
Ë
N
T
Y
P
E
V
L
O
E
S I
T
S
E
P
1
S
E
P
www.FISHERregulators.com
Type 6365 en Serie 6358
Type 6358EB: 5,2 tot 9,7 bar (75 tot 140 psig),
9,0 tot 13,8 bar (130 tot 200 psig), 12,4 tot 24,2
(180 tot 350 psig)
Type 6358EBH: 17,3 tot 31,1 bar (250 tot 450
psig), 27,6 tot 41,4 bar (400 tot 600 psig)
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
Temperatuurbereik
-29 tot 66°C (-20 tot 150°F)
Drukaansluiting
DN 6 (1/4 inch) NPT met binnenschroefdraad
Installatie
O
F
Een regelaar mag uitsluitend door erkende
vakmensen geïnstalleerd en onderhouden
worden. Regelaars moeten geinstalleerd, bediend
en onderhouden worden overeenkomstig
internationale en andere geldende normen en
overeenkomstig de aanwijzingen van Fisher.
Als er medium uit de regelaar ontsnapt of zich
lekkage voordoet in het systeem, is service
vereist. Als u de regelaar niet onmiddellijk uit
bedrijf neemt, kan dit een gevaarlijke situatie
veroorzaken.
Persoonlijk letsel, schade aan apparatuur en
lekkage door een ontsnappend medium of het
barsten van onderdelen onder druk kan zich
voordoen bij een te hoge druk in de regelaar,
installatie bij die omstandigheden die de limieten
in
het
gedeelte
overschrijden of omstandigheden die de
specificaties van aangrenzende pijpen of
pijpverbindingen overschrijden.
Gebruik
drukontlastvoorzieningen
drukbegrenzers (volgens de geldende normen
en
regels)
omstandigheden de limieten overschrijden en om
letstel en schade te voorkomen.
Daarnaast kan materiële schade aan de regelaar
en ontsnappend medium resulteren in persoonlijk
letsel en schade aan materiaal. Installeer de
regelaar op een veilige plek om letsel en schade
te vermijden.
Maak vóór de installatie alle leidingen van de regelaar schoon en
controleer of de regelaar tijdens vervoer niet is beschadigd en of
er geen vreemde stoffen in de regelaar terecht gekomen zijn.
Voor NPT-schroefdraden: breng afdichtingsmiddel aan op de
uitwendige schroefdraden. Voor flenzen: gebruik geschikte
flenspakingen en monteer pijpen en bouten op vakkundige wijze.
U kunt de regelaar in elke gewenste positie installeren (tenzij
anders aangegeven), maar zorg dat de stroming door het klephuis
in de richting van de pijl gaat.
Het is belangrijk dat de regelaar zo geïnstalleerd is dat het
ontluchtingsgat in het veerhuis nooit belemmerd word. Bij
buiteninstallatie mag de regelaar niet te dicht bij het verkeer
geplaatst worden. Zorg dat er geen water, ijs en andere
(1)
Specificaties
kunnen
om
te
voorkomen
dat
Opmerking
of
de