Installatiegids
Nederlands – February 2004
Inleiding
Deze installatiegids geeft instructies voor installatie,
opstarten en afstelling. Om een exemplaar van de
instructiehandleiding te krijgen, kunt u contact opnemen
met
het
plaatselijke
vertegenwoordiger van Fisher, of een exemplaar bekijken
op www.FISHERregulators.com. Verdere informatie kunt
u krijgen bij:
Instructiehandleiding voor de type 67C serie, formulier
5469, D102601X012.
PED-categorie
Dit product kan als veiligheidsaccessoire gebruikt worden
bij drukapparatuur in de volgende categorieën van de
Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG. Het kan ook gebruikt
worden buiten de Richtlijn Drukapparatuur onder
toepassing van de regels van goed vakmanschap (SEP)
volgens onderstaande tabel.
P
R
O
D
U
C
T
A
F
M
E
T
N I
G
E
N
D
N
6
1 (
4 /
i -
c n
) h
Specificaties
Klephuismaten en type eindaansluiting
DN 6 (1/4 inch) NPT schroefdraad
Maximale inlaatdruk (nominale waarde klephuis)
67CFS serie: 17,2 bar (250 psig)
67CS serie: 27,6 bar (400 psig)
(1)
Maximale uitlaatdruk
3,4 bar (50 psig) boven ingestelde uitlaatdruk
Keuringsproefdruk
Alle drukhoudende delen zijn beproefd volgens
Richtlijn 97/23/EG - Bijlage 1, Punt 7.4
(1)
Uitlaatdrukbereik
0 tot 1,4 bar (0 tot 20 psig)
0 tot 2,4 bar (0 tot 35 psig)
0 tot 4,1 bar (0 tot 60 psig)
0 tot 8,6 bar (0 tot 125 psig)
0 tot 10,3 bar (0 tot 150 psig)
(1)
Temperatuur
Nitril (NBR): -40 tot 82 °C (-40 tot 180°F)
Installatie
Alleen hiertoe bevoegd personeel mag een
regelaar installeren of er onderhoud aan uitvoeren.
Regelaars moeten geïnstalleerd, bediend en
onderhouden
worden
internationale en toepasselijke reglementen en
voorschriften en de instructies van Fisher.
Als er medium uit de regelaar ontsnapt of als er
een lek in het systeem ontstaat, betekent dit dat
service nodig is. Wanneer de regelaar niet
onmiddellijk buiten gebruik wordt gesteld, kan een
gevaarlijke situatie ontstaan.
Lichamelijk letsel, beschadiging van de apparatuur
of lekkage als gevolg van ontsnappende medium
of het barsten van onder druk staande onderdelen
kan ontstaan als deze regelaar onder overdruk
1. De druk/temperatuurgrenzen in deze installatiegids en beperkingen volgens van
toepassing zijnde normen of reglementen mogen niet overschreden worden.
verkoopkantoor
of
C
A
T
E
G
O
R
E I
Ë
N
T
Y
P
E
V
L
O
E
S I
T
S
E
P
1
overeenkomstig
www.FISHERregulators.com
67CS en 67CFS serie
staat of geïnstalleerd is op een plaats waar de
bedrijfstoestanden de in het hoofdstuk
Specificaties opgegeven grenzen kunnen
overschrijden, of waar nominale waarden van de
aangrenzende pypen of pypverbindingen worden
de
overschreden.
Om letsel of schade te voorkomen, moeten
ontlastvoorzieningen of drukbegrenzers worden
aangebracht (zoals vereist door het betreffende
reglement, voorschrift of de betreffende norm) om
te voorkomen dat de bedrijfstoestanden de
grenzen overschrijden.
Verder kan fysieke beschadiging van de regelaar
lichamelijk letsel en materiële schade als gevolg
van ontsnappende medium veroorzaken. Om
letsel en schade te voorkomen, moet de regelaar
op een veilige plaats geïnstalleerd worden.
De inwendige ontlastklep in de 67C serie regelaars
geeft geen volledige bescherming tegen overdruk.
De inwendige ontlastklep is alleen bedoeld voor
O
F
geringe lekkage van de klepzitting.
Reinig alle pijpleidingen alvorens de regelaar te
installeren en controleer of de regelaar tijdens het vervoer
niet beschadigd is en of er geen ongewenst materiaal in
is opgehoopt. Breng bij NPT-constructies borgmiddel aan
op de buitenschroefdraad. Gebruik bij flensconstructies
geschikte pakkingen en pas goedgekeurde verbindings-
(1)
en boutmethodes toe. Installeer de regelaar in elke
gewenste positie, tenzij anders wordt aangegeven, maar
zorg dat de stroming door de constructie in de richting van
de pijl op de constructie gaat.
Het is belangrijk dat de regelaar zodanig
geïnstalleerd wordt dat de ontluchtingsopening in
de veerbehuizing nooit geblokkeerd is.
installaties buitenshuis moet de regelaar uit de
buurt van verkeer worden aangebracht en zodanig
geplaatst worden dat water, ijs en ander ongewenst
materiaal
de
ontluchtingsopening kunnen binnendringen.
Plaats de regelaar niet onder dakranden of
regenpijpen, en zorg dat hij zich boven het
vermoedelijke peil van de sneeuw bevindt.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen drukbegrenzingen zijn op het naamplaatje
van de regelaar gestempeld. Overdrukbeveiliging is nodig
als de werkelijke inlaatdruk de nominale maximale
uitlaatdruk tijdens bedrijf overschrijdt. Overdrukbeveiliging
moet ook worden voorzien als de inlaatdruk van de regelaar
hoger is dan de veilige bedrijfsdruk van de apparatuur aan
stroomafwaartse zijde.
Gebruik van de regelaar onder de maximale drukgrenzen
sluit de mogelijkheid van beschadiging door externe bronnen
of vuil in de leiding niet uit. De regelaar moet na iedere
overdruksituatie op beschadiging geïnspecteerd worden.
Opstarten
De regelaar is op de fabriek ingesteld op ongeveer het
middelpunt van het gewenste veerbereik of de gewenste
druk; het kan dus nodig zijn hem aanvankelijk bij te stellen
om de gewenste resultaten te bereiken.
installatie voltooid is en de ontlastkleppen goed zijn
afgesteld, worden de afsluitkleppen aan de stroomopwaartse
en stroomafwaartse zijde langzaam geopend.
Opmerking
veerbehuizing
niet
via
Wanneer de
Bij
de