2.7.2
Cv-groepen
• Groep 1: de regeling van de eerste cv-groep behoort tot de stan-
daarduitvoering van de regelaar en wordt via de gemonteerde aan-
voertemperatuursensor eventueel in combinatie met een
geïnstalleerde kamerthermostaat gecontroleerd.
• Groep 2–4 (gemengd): als optie is een regeling voor meerdere cv-
groepen leverbaar. In dat geval worden de cv-groepen met cv-circuit-
module, mengmodule, pomp, aanvoertemperatuursensor en eventu-
eel kamerthermostaat uitgerust,
2.7.3
Cv-regeling
• Buitenvoeler: op de buitenmuur van het gebouw wordt een sensor
gemonteerd. De buitenvoeler signaleert voor de regelaar de actuele
buitentemperatuur. Bij de weersafhankelijke regeling stuurt de
warmtepomp de warmte in huis automatisch conform de buitentem-
peratuur.
De gebruiker kan op de bedieningsunit de cv-temperatuur in verhou-
ding tot de buitentemperatuur via verandering van de kamertempera-
tuurinstelling en eventueel veranderingen van de stooklijn zelf
bepalen.
• Buitenvoeler en kamerthermostaat (per cv-groep is een afstands-
bediening nodig): voor de regeling met buitenvoeler en kamertempe-
ratuursensor moet minmaal een afstandsbediening met
geïntegreerde temperatuursensor centraal in het huis worden ge-
plaatst. De afstandsbediening wordt op de warmtepomp aangesloten
en signaleert voor de besturingsunit de actuele kamertemperatuur.
Dit signaal beïnvloedt de aanvoertemperatuur. Deze wordt bijvoor-
beeld verlaagd, wanneer de warmtepomp hogere temperaturen le-
vert, dat in de afstandsbediening is ingesteld.
Afstandsbedieningen worden geadviseerd, wanneer behalve de bui-
tentemperatuur ook andere factoren de temperatuur in huis beïn-
vloeden zoals bijv. een open haard, ventilatorconvector,
windgevoeligheid of directe zonnestraling.
Alleen die ruimten, waarin een afstandsbediening met geïntegreerde ka-
mertemperatuursensor is gemonteerd, beïnvloeden de regeling van de
kamertemperatuur van de betreffende cv-groep.
2.7.4
Tijdschakeling van de centrale verwarming
• Vakantie: de regelaar beschikt over meerdere programma's voor de
vakantiefunctie, die de kamertemperatuur tijdens een ingestelde pe-
riode op een lager of hoger niveau instellen.
• Externe regeling: de regelaar kan extern worden beïnvloed. Dat be-
tekent, dat een vooringestelde functie wordt uitgevoerd, zodra de re-
gelaar een ingangssignaal ontvangt.
2.7.5
Bedrijfsmodi
• Met elektrische bijverwarming: de warmtepomp kan zodanig wor-
den gedimensioneerd, dat het vermogen daarvan iets onder de maxi-
male behoefte van het huis ligt en de geïntegreerde elektrische
bijverwarming de vraag dekt, zodra de warmtepomp alleen niet meer
voldoende is.
Bovendien wordt de elektrische bijverwarming in alarmmodus en
door de functie extra warm water en door thermische desinfectie ge-
activeerd.
Compress 6000 – 6721818784 (2023/03)
3
Bedieningsunit
3.1
Overzicht van bedieningspaneel en symbolen
Instellingen voor de regeling van de warmtepomp worden aangepast via
het bedieningspaneel van de bedieningseenheid, dat ook informatie
geeft over de actuele status.
1
2
mode
3
info
4
Afb. 2
Bedieningspaneel
[1]
Aan/Uit
[2]
Infotoets
[3]
Modustoets
[4]
Keuzetoets
[5]
Terug-toets
[6]
Menutoets
[7]
Menuweergave
[8]
Bedrijfs- en storingslamp
3.1.1
Schakelaar (aan/uit)
Gebruik de on/off-toets om de warmtepomp aan en uit te schakelen.
3.1.2
Bedrijfs- en storingslamp
De lamp brandt groen.
De led knippert rood.
De lamp brandt rood.
De lamp gaat langzaam groen knip-
peren en de menuweergave is uit-
geschakeld.
De lamp en de menuweergave zijn
uitgeschakeld.
1) Stand-by betekent dat de warmtepomp werkt, maar er geen vraag naar warmte
of warm water is.
Tabel 2 Functies bedrijfs- en storingslamp
3.1.3
Menuweergave
De menuweergave wordt gebruikt om het volgende te bekijken:
• Informatie van de warmtepomp
• Beschikbare menu's
• Veranderen van de ingestelde waarden.
3.1.4
Menutoets en keuzetoets
Gebruik
om de menu's te benaderen vanuit de standaardweergave.
Gebruik de keuzetoets om te:
• navigeren door de menu's en het instellingendisplay te openen.
▶ de keuzetoets te verdraaien voor meer menu's op hetzelfde niveau of
om een ingestelde waarde te veranderen.
Bedieningsunit
menu
ok
5
0010031528
De warmtepomp werkt.
Een alarm is actief en is niet beves-
tigd.
Het alarm is bevestigd, maar de
oorzaak van het alarm blijft be-
staan.
De warmtepomp is in de stand-by-
1)
modus
.
Er is geen spanning op de bedie-
ningseenheid aanwezig.
5
8
7
6