12.7 Taal
▶ Verander de taal indien gewenst
U kunt de taal ook veranderen in de standaardweergave door de
toets 5 seconden in te drukken.
12.8 Land
▶ Kies land. U kunt hier naar een ander land gaan dan opgegeven bij het
opstarten van de warmtepomp.
5.8
Alarm
U vindt het volgende onder 13 Alarm:
• 13,1 Informatielog
• 13,2 Wissen informatielog
• 13,3 Alarmlog
• 13,4 Wissen alarmlog
• 13,7 Alarmindicatie
13.1 Informatielog
Het informatieprotocol toont informatie over de warmtepomp. In de
standaardweergave toont de bedieningseenheid het symbool voor het
informatieprotocol wanneer actieve informatie beschikbaar is.
13.2 Wissen informatielog
Hier wordt het informatieprotocol gewist.
13.3 Alarmlog
Het alarmprotocol toont opgetreden alarmen en waarschuwingen. De
storingscategorie wordt getoond linksboven in het venster en, wanneer
een storing actief is, is het storingssymbool ook zichtbaar in zowel het
storingsprotocol als in de standaardweergave van de bedieningseen-
heid.
13.4 Wissen alarmlog
Hier wordt het storingsprotocol gewist.
13.7 Alarmindicatie
Instellingen alarmzoemer en bedrijfs- en storingslamp worden aange-
past onder Alarmindicatie.
13.7.1 Signal alarmzoemer
13.7.1.1 Interval
▶ Stel de lengte van het interval van de storingszoemer in. De storings-
zoemer klinkt gedurende één seconde en is stil gedurende de rest van
het interval. De instelling geldt voor alle storingszoemers.
13.7.1.2 Blokkeertijd
▶ Stel de tijden in tussen welke storingszoemers geen akoestisch sig-
naal mogen produceren.
13.7.2 Alarmindicatie regeleenheid
13.7.2.1 Blokkeren alarmzoemer
De instelling geldt alleen voor de storingszoemer van de bedieningseen-
heid.
13.7.3 Alarmindicatie kamersensor
13.7.3.2 Blokkeer lamp storingsmelding
▶ De instelling geldt voor alle kamertemperatuursensors.
5.9
Toegangsniveau
Het toegangsniveau is standaard Klant. Dit niveau geeft toegang tot alle
functies die de gebruiker nodig heeft. De installateur heeft ook toegang
tot de aanvullende functies die nodig zijn bij de installatie.
Compress 6000 – 6721818784 (2023/03)
5.10
Terug naar fabrieksinstellingen
▶ Kies Terug naar fabrieksinstellingen en Ja om alle instellingen te
resetten naar de fabrieksinstellingen. De instellingen van de installa-
teur worden niet beïnvloed.
6
Alarm
6.1
Storingslamp, bedieningseenheid en kamertempera-
tuursensor
De bedrijfs- en storingslamp van de bedieningseenheid wordt gebruikt
om de AAN/UIT-status van de warmtepomp weer te geven en ook moge-
lijke storingen. De bedrijfs- en storingslamp wordt daarom ook wel sto-
ringslamp genoemd.
Bij een alarm zal de storingslamp rood knipperen (bedieningseenheid)
totdat de oorzaak van het alarm is verdwenen. De storingslamp wordt
niet gebruikt voor waarschuwingen. De storingslamp voor de kamertem-
peratuursensor kan worden geblokkeerd.
Gedrag
De lamp brandt vast groen.
De led knippert rood.
De lamp brandt vast rood.
De lamp knippert langzaam groen. De warmtepomp is in de stand-by-
1) Stand-by betekent dat de warmtepomp werkt, maar er geen vraag naar warmte
of warm water is.
Tabel 6 Storingslamp, bedieningseenheid
6.2
Alarmweergave
Wanneer een storing/waarschuwing optreedt, toont het display informa-
tie over deze gebeurtenis. Tegelijkertijd wordt informatie opgeslagen in
het storingsprotocol en de storingshistorie.
Afb. 26 Voorbeeld van een storing
6.3
Alarmzoemer bij alarm
Bij een storing klinkt de storingszoemer op de warmtepomp gedurende
één seconde per ingesteld interval. De alarmzoemer kan voor een be-
paald dagdeel of volledig worden geblokkeerd. Bij waarschuwingen
klinkt de alarmzoemer niet.
6.4
Bevestiging van storingen
Bevestigen betekent dat u op
te doen verdwijnen. Wat er gebeurt na de bevestiging is beschreven on-
der de betreffende storingsbeschrijving.
In de meeste gevallen hoeven waarschuwingen niet te worden bevestigd.
Het storingsvenster verdwijnt automatisch wanneer de oorzaak van de
waarschuwing is verdwenen. De waarschuwing kan echter ook worden
bevestigd.
Functie
De warmtepomp werkt.
Een alarm is actief en is niet beves-
tigd.
Het alarm is bevestigd, maar de
oorzaak van het alarm blijft be-
staan.
1)
modus
.
0010044202 nl
moet drukken om het storingsvenster
Alarm
15