Inhoudsopgave
Advertenties
Productbeschrijving
• Expansieventiel
Reduceert de druk van het koudemiddel.
• Compressor
Verhoogt de druk van het koudemiddel.
12
11
Afb. 1
Werkingsbeschrijving
[1]
Circulatiepomp bronvloeistofsysteem
[2]
Verdamper
[3]
Compressor
[4]
Condensor
[5]
Boiler
[6]
Vloerverwarming
[7]
Radiatorsysteem
[8]
Circulatiepomp cv-installatie
[9]
Expansieventiel
[10] Koudemiddelcircuit
[11] Boorgat aardwarmtebron
[12] Horizontale aardwarmtecircuits
• De bronvloeistof, een mengsel van water en antivries, circuleert in de
aardwarmtebron/horizontale aardwarmtecircuits, normaal gespro-
ken uitgevoerd in kunststof buizen. De vloeistof neemt de opgeslagen
zonne-energie in de aarde op, met behulp van de broncircuitpomp
wordt de vloeistof naar de verdamper van de warmtepomp getrans-
porteerd. De temperatuur van de bronvloeistof is dan circa 0 °C.
• In de verdamper ontmoet de bronvloeistof het koudemiddel. Het kou-
demiddel heeft hier een vloeibare vorm en een temperatuur van circa
– 10 °C. Het koudemiddel begint te koken zodra deze de 0 °C koude
bronvloeistof ontmoet. Het daarbij gevormde gas wordt naar de com-
pressor geleid. De temperatuur van het gas is dan circa 0 °C.
• De druk van het koudemiddel neemt toe in de compressor en de tem-
peratuur van het gas stijgt naar circa +100 °C. Het hete gas wordt
aansluitend in de condensator geperst.
• In de condensator ontmoet het koudemiddel de cv-installatie (radia-
toren en vloerverwarming) en het warmwatersysteem. Het gas koelt
af en wordt weer vloeibaar. De druk van het koudemiddel is nog hoog,
terwijl het in het expansieventiel wordt gestuurd.
• In het expansieventiel wordt de druk van het koudemiddel geredu-
ceerd. Tegelijk daalt de temperatuur naar circa – 10 °C. Wanneer het
koudemiddel door de verdamper loopt, wordt het weer gasvormig.
• De bronvloeistof wordt vanuit de warmtepomp weer naar de aard-
warmtebron/de horizontale aardwarmtecircuits gestuurd waar het
4
Deze vier hoofdonderdelen zijn gekoppeld in drie circuits. Een koude-
middel circuleert in de warmtepomp, dat in bepaalde delen van het cir-
cuit in een vloeistoffase verkeerd en in andere delen in een gasfase.
1 2
3
4
5
10
9
8
weer nieuwe opgeslagen zonne-energie opneemt. De temperatuur
van de vloeistof is circa – 3 °C.
2.5
Bijverwarming
De warmtepomp kan worden gedimensioneerd voor het afdekken van
het piekvermogen van de woning en er is daarom over het algemeen geen
aanvullende verwarming nodig. Er kan echter wel een aanvullende ver-
warming worden geïnstalleerd, alleen voor noodbedrijf, wanneer de
warmtepomp niet werkt.
De warmtepomp kan ook worden gedimensioneerd voor het verzorgen
van de warmtebehoefte van de woning tot een wat lager niveau waarbij
dan een bijverwarming nodig is voor de koudste periode van het jaar. De
bijverwarming is ook nuttig in geval van noodbedrijf, extra warm water en
warmwaterpieken. De extra verwarming wordt voorzien via een elektri-
sche bijverwarming. De bedieningsunit activeert de bijverwarming auto-
matisch indien nodig.
2.6
Warmwaterbereiding
Warm water wordt verwarmd in de tapwaterboiler en de bedieningseen-
heid geeft voorrang aan het warmwater boven de verwarming van het
CV-water conform de ingevoerde instellingen. De tapwatertboiler is uit-
gerust met één of twee temperatuursensoren, die de temperatuur van
het warmwater meten.
2.7
Warmte algemeen
2.7.1
Temperatuurinstellingen
Voer wijzigingen aan de temperatuurinstellingen van de cv-installatie bij
voorkeur met kleine stappen uit. Wacht tot de volgende wijziging 24–
48 uur. Deze periode is voor de aanpassing van het huis aan de nieuwe
instelling nodig.
Als er geen kamertemperatuursensors geïnstalleerd zijn, kan de uit wijzi-
gingen resulterende kamertemperatuur niet exact bepaald worden. Bo-
vendien wordt die door de isolatie en de cv-installatie in het huis
beïnvloed.
6
7
0010018139-002
Compress 6000 – 6721818784 (2023/03)
Advertenties
Inhoudsopgave
