Gebruikershandleiding
3. Klik op een gekoppeld Bluetooth®--apparaat.
4. Druk op de toets
5. Wijzig de naam van het Bluetooth-apparaat in het veld Toestelnaam.
6. Druk op de toets
Een gekoppeld Bluetooth-apparaat verwijderen
Om deze taak uit te voeren moet u eerst de verbinding verbreken tussen uw BlackBerry®-toestel en het Bluetooth®--apparaat.
1. Klik in het beginscherm boven aan het scherm op het gedeelte Verbindingen of klik op het pictogram Verbindingen
beheren.
2. Klik op Bluetooth-verbindingen.
3. Klik op een gekoppeld Bluetooth®--apparaat.
4. Druk op de toets
Opties voor Bluetooth-technologie
Bluetooth-profielen
Bepaalde profielen worden mogelijk niet ondersteund. Dit is afhankelijk van uw model BlackBerry®-toestel en van het
draadloze netwerk.
Optie
Beschrijving
Audiobron (A2DP)
Met dit profiel kunt u audio uitvoeren van uw BlackBerry-toestel naar Bluetooth®--apparaten die
stereoaudio ondersteunen, zoals stereoheadsets, -luidsprekers en -carkits.
Afstandsbediening
Met dit profiel kunt u de knoppen op een Bluetooth-headset gebruiken om acties uit te voeren zoals
A/V (AVRCP)
het volume aanpassen of het volgende of vorige mediabestand afspelen op uw BlackBerry-toestel.
Gegevensoverdracht
Met deze service kunt u uw BlackBerry-toestel verbinden met Bluetooth-apparaten die de overdracht
van gegevens, zoals mediabestanden, ondersteunen.
Desktop-verbinding
Met deze service kunt u uw BlackBerry-toestel verbinden met een Bluetooth-computer waarop
BlackBerry® Desktop Software is geïnstalleerd, zodat u uw organizergegevens kunt synchroniseren.
Inbelnetwerk (DUN)
Met dit profiel kunt u uw BlackBerry-toestel als een modem gebruiken wanneer uw toestel is verbonden
met een Bluetooth-computer waarop BlackBerry Desktop Software is geïnstalleerd.
Handsfree (HFP)
Met dit profiel kunt u uw BlackBerry-toestel verbinden met Bluetooth-headsets en -carkits die het
handsfreeprofiel ondersteunen.
Headset (HSP)
Met dit profiel kunt u uw BlackBerry-toestel verbinden met Bluetooth-headsets die het headsetprofiel
ondersteunen.
244
> Toesteleigenschappen.
> Opslaan.
> Apparaat verwijderen.
Verbindingen beheren