Katherm QK
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
Let op deze punten in de onderstaande aanlegschema's voor Katherm QK met KaControl-regeling:
Let op de gegevens over types en aanleg van leidingen met inachtneming van VDE 0100.
Zonder *: NYM-J. Het noodzakelijke aantal aders incl. beschermingsleiding is op de leiding aangegeven. Diameters zijn
niet aangegeven, omdat de leidinglengte in de berekening van de diameter wordt opgenomen.
Met *: J-Y(ST)Y 0,8mm. Uit de buurt van krachtstroomleidingen aanleggen.
Met **: UNITRONIC BUS LD 0,22 mm²; uit de buurt van krachtstroomleidingen aanleggen.
Bij gebruik van andere leidingtypes moeten deze ten minste gelijkwaardig zijn.
Lengte BUS-leiding ruimtebedieningsapparaat KaController naar apparaat 1: maximaal 30 m.
Maximaal aantal apparaten parallel: 6 stuks. Met voor elk apparaat vereist CANbus-kaarttype 3260301 (zie accessoires)
maximaal 30 stuks.
Kabellengte BUS-kabel van apparaat 1 naar het laatste apparaat maximaal 30 m. Met voor elk apparaat vereiste CAN-
bus-kaarttype 3260301 (zie accessoires) maximaal 300 m.
De aansluitklemmen van het apparaat voor de netvoedingskabel zijn geschikt voor een maximale aderdiameter van 2,5
mm².
Bij toepassing van aardlekschakelaars wordt type F aanbevolen. Houd bij het ontwerp van de ontwerplekstroom reke-
ning met de voorschriften in DIN VDE 0100, Deel 400 en 500.
Bij het ontwerp van de bouwzijdige netvoeding en beveiliging (C16A, max.10 apparaten, behalve Katherm HK 320 E)
moet met de elektrische gegevens rekening worden gehouden.
33