Netwerkinstelling met DHCP
1
Nadat u het apparaat hebt gestart, communiceert het met de DHCP-server om
een IP-adres te verkrijgen. Wacht twee minuten tot de netwerkinstelling is
voltooid en controleer vervolgens het toegewezen IP-adres als volgt:
•
Druk op de toets Aan-/afmelden op het bedieningspaneel, voer de
toegangscode van de beheerder [1111] in en selecteer Invoeren.
•
Druk op de toets Apparaatstatus en selecteer vervolgens
Hulpprogramma's > Connectiviteit en netwerkinstellingen >
Geavanceerd > Netwerkinstelling > Netwerkinstellingen > TCP/
IP-opties > TCP/IP-instellingen.
•
Het toegewezen TCP/IP-adres is te vinden in het veld Naam/adres.
2
Controleer of er een IP-adres is toegewezen en of het een geschikt IP-adres is
voor het netwerk.
OPMERKING:
server niet correct een adres toegewezen of is DHCP niet ingeschakeld op het
netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor ondersteuning.
Netwerkinstelling met een statisch IP-adres
Voordat u begint, moet u de volgende informatie opvragen bij de
netwerkbeheerder:
•
IP-adres
•
Gateway-adres
•
Subnetmasker
•
DNS-serveradres
1
Druk via het bedieningspaneel op de
toets Aan-/afmelden, voer de
toegangscode van de beheerder
[1111] in en selecteer Invoeren.
2
Druk op de toets Apparaatstatus en
selecteer vervolgens
Hulpprogramma's > Connectiviteit
en netwerkinstellingen >
Geavanceerd > Netwerkinstelling >
Netwerkinstellingen > TCP/
IP-opties.
3
Selecteer HTTP en Inschakelen.
Selecteer Opslaan.
4
Selecteer TCP/IP-instellingen.
5
Selecteer de toets Dynamische adressering. DHCP is standaard
geselecteerd. Selecteer Uitgeschakeld om DHCP uit te schakelen en
vervolgens Opslaan.
Beknopte gebruikshandleiding
Als het IP-adres begint met 169.xxx.xxx.xxx, heeft de DHCP-
11