3
Druk op Menu.
4
Selecteer Instellingen > Sensoren en accessoires.
5
Selecteer een optie:
• Als u een clubsensor wilt koppelen, selecteert u
Clubsensoren > Voeg nieuw toe.
• Als u een andere sensor wilt koppelen, selecteert u Voeg
nieuw toe en selecteert u het sensortype.
6
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft) van de sensor en wacht
tot het toestel en de sensor zijn gekoppeld.
Als het toestel verbinding heeft gemaakt met de sensor, ziet
u boven aan het scherm een pictogram.
Clubsensoren
Uw toestel is compatibel met Approach CT10 golfclubsensoren.
U kunt gekoppelde clubsensoren gebruiken om uw
golfopnamen, inclusief locatie, afstand en clubtype, automatisch
te volgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
clubsensoren voor meer informatie
/ApproachCT10).
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
• Koppel de sensor met uw toestel
pagina
15).
• Stel de wielmaat in
(Wielmaat en omvang, pagina
• Maak een rit
(Een activiteit starten, pagina
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor
sensoren, pagina
15).
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
tempe
™
Het toestel is compatibel met de tempe temperatuursensor. U
kunt de sensor aan een stevige band of lus bevestigen op een
plek waar deze is blootgesteld aan omgevingslucht, zodat de
sensor een consistente bron van nauwkeurige
temperatuurgegevens biedt. U moet de tempe sensor met uw
toestel koppelen om temperatuurgegevens te kunnen
weergeven. Zie de instructies bij uw tempe sensor voor meer
informatie (garmin.com/manuals/tempe).
16
(garmin.com/manuals
(Draadloze sensoren,
20).
11).
(Draadloze
Toestelinformatie
De QuickFit
bandjes vervangen
®
1
Verschuif de vergrendeling op het QuickFit bandje en
verwijder het bandje van het horloge.
2
Breng de nieuwe band op één lijn met het horloge.
3
Druk de band op zijn plaats.
OPMERKING: Controleer of de band stevig vastzit. De
vergrendeling moet over het pennetje van het horloge heen
sluiten.
4
Herhaal de stappen 1 t/m 3 om de andere band te
vervangen.
Specificaties
Batterijtype
Levensduur van batterij
Waterbestendigheid
Bedrijfstemperatuurbereik
Laadtemperatuurbereik
Draadloze frequenties/
draadloze protocollen
Toestelonderhoud
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het
product korter meegaat.
Druk niet op de knoppen onder water.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld, omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Het toestel schoonmaken
Ook een klein beetje zweet of vocht kan corrosie van de
elektrische contactpunten veroorzaken als het toestel is
aangesloten op een oplader. Corrosie kan opladen en
gegevensoverdracht blokkeren.
1
Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal 50 meter. Ga voor
meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
Oplaadbare, ingebouwde lithium-ionbatterij
Maximaal 14 dagen in smartwatch-modus
Tot 20 uur in GPS-modus
1
5 ATM
Van -20º tot 55ºC (van -4º tot 131ºF)
Van 0 tot 45 ºC (van 32 tot 113ºF)
2,4 GHz bij 3,2 dBm nominaal
13,56 MHz bij -40 dBm nominaal
LET OP
LET OP
Toestelinformatie