WAARSCHUWING
Het maaimes is scherp, contact met het
maaimes kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Verwijder de bougiekabel van de bougie.
• Gebruik handschoenen als u het mes
monteert.
1.
Maak de bougiekabel los van de
bougie. Zie Voorbereidingen voor
onderhoudswerkzaamheden.
2.
Kantel de maaimachine op zijn zij met het
luchtfilter naar boven.
3.
Gebruik een blok hout om het mes stil te houden.
4.
Verwijder het mes (draai de mesbout linksom)
en bewaar alle bevestigingsmaterialen.
5.
Plaats het nieuwe mes (draai de mesbout
rechtsom) en alle bevestigingsmaterialen.
Belangrijk:
De gebogen uiteinden van het
mes moeten naar de machine wijzen.
6.
Gebruik een momentsleutel om de mesbout
vast te draaien met een torsie van 25 N·m.
Belangrijk:
Een bout die is vastgedraaid
met een torsie van 25 N·m zit erg vast. Zet
het mes vast met een stuk hout en plaats uw
volle gewicht achter de (dop)sleutel om de
bout goed vast te draaien. Het is erg moeilijk
om deze bout te vast aan te draaien.
De machine schoonmaken
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Na elk gebruik
WAARSCHUWING
Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt
aan de onderkant van de maaimachine.
• Draag oogbescherming.
• Blijf in de bedrijfsstand (achter de
handgreep).
• Houd omstanders uit de buurt.
1.
Kantel de maaimachine op de zijkant.
2.
Gebruik een borstel of perslucht om gras en
vuil van het uitlaatscherm, de bovenste kap
en de aangrenzende maaidekoppervlakken te
verwijderen.
Stalling
Stal de maaimachine op een koele, schone, droge
plaats.
Voorbereidingen voor
stalling
WAARSCHUWING
Benzinedampen kunnen tot ontploffing
komen.
• Bewaar benzine niet langer dan 30 dagen.
• Stal de machine nooit in een afgesloten
ruimte in de nabijheid van open vuur.
• Laat de motor afkoelen voordat u de
machine stalt.
1.
Als u de tank voor de laatste keer van het
jaar vult, moet u een stabilizer toevoegen aan
de benzine volgens de voorschriften van de
fabrikant.
2.
Laat de motor lopen totdat hij afslaat door
gebrek aan brandstof.
3.
Gebruik de hulpstarter en start de motor
nogmaals.
4.
Laat de motor lopen totdat deze afslaat. Als
de motor niet meer wil starten, is de brandstof
voldoende verbruikt.
5.
Verwijder de bougiekabel van de bougie.
6.
Verwijder de bougie, giet 30 ml olie in
het bougiegat en trek verschillende keren
langzaamaan het startkoord om de olie over de
cilinderwand te verspreiden teneinde corrosie in
de stallingsperiode te voorkomen.
7.
Plaats de bougie en draai hem met behulp van
een momentsleutel vast met een torsie van
20 N·m.
8.
Draai alle moeren, bouten en schroeven goed
aan.
19