Montage .................................................................... 8
Specificaties .................................................... 10
Onderhoud .............................................................. 16
zaamheden ................................................... 17
Stalling .................................................................... 19
Veiligheid
Deze maaimachine kan handen en voeten
amputeren en objecten uitwerpen. Als u de hierna
beschreven veiligheidsinstructies niet opvolgt,
kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Het volgende veiligheidshoofdstuk is gebaseerd op
ANSI B71.4-2012 en EN ISO 5395:2013.
Algemene gebruiksaanwij-
zing
•
U moet alle instructies op de machine en in de
handleiding(en) lezen en begrijpen vóór u begint
en deze uitvoeren.
•
Houd handen en voeten uit de buurt van de
machine.
•
Deze machine mag uitsluitend worden gebruikt
door verantwoordelijke volwassenen die bekend
zijn met de instructies.
•
Onthoud dat de bestuurder verantwoordelijk is
voor ongevallen of schade aan andere personen
of hun eigendommen.
•
Verwijder voorwerpen die door het mes of de
maaidraad kunnen worden weggeworpen, zoals
stenen, speelgoed, etc., uit het maaigebied. Blijf
achter de handgreep als de motor draait.
•
Vóór u gaat maaien, moet u controleren of er zich
verder niemand in het werkgebied bevindt. Stop
de machine als iemand het maaigebied betreedt.
•
Bedien de machine niet op blote voeten of met
sandalen aan. Draag altijd stevig, slipbestendig
schoeisel en een lange broek.
•
Trek de machine nooit achterwaarts, tenzij dit
strikt noodzakelijk is. Kijk altijd naar beneden en
achterom vóór en tijdens het achteruitrijden.
•
Richt nooit afgevoerd materiaal op iemand.
Voorkom het afvoeren van materiaal tegen een
muur of afscherming. Materiaal kan terugketsen
richting de bediener van de maaier.
•
Stop de motor van de machine als u oppervlakken
oversteekt die niet met gras zijn begroeid en
tijdens het transport van de machine van en naar
het te maaien gebied.
•
Zet het maaimes/de maaimessen stil voordat u de
maaier schuin houdt, bijvoorbeeld voor transport,
bij het oversteken van een oppervlak zonder gras,
en bij het vervoer van en naar het te maaien
terrein.
•
Gebruik de machine niet als er beveiligingsmidde-
len ontbreken of als deze niet werken.
•
U mag een machine met draaiende motor nooit
onbeheerd achterlaten.
2