Netaansluiting voorbereiden
Scheidingsinrichtingen voor niet-geaarde gelei-
ders
■
In de netaansluitkabel moet zich een scheidingsin-
richting bevinden die alle polen van alle actieve
geleiders van het net scheidt en overeenkomt met de
overspanningscategorie III (3 mm) voor volledige
scheiding. Deze scheidingsinrichting moet overeen-
komstig de desbetreffende bepalingen in de elektri-
sche installatie gemonteerd worden, bijv. hoofdscha-
kelaar of voorgeschakelde aardlekschakelaar.
■
Bovendien adviseren we de installatie van een uni-
versele stroomgevoelige aardlekschakelaar (FI
klasse B
) voor gelijkstroom(storingen), die
kunnen ontstaan door energie-efficiënte bedrijfsmid-
delen.
■
Universele aardlekschakelaar conform
DIN VDE 0100-530 kiezen en plaatsen.
Universele aardlekschakelaar met een differentiële
stroom, die 30 mA niet overschrijdt.
Netaansluiting als vaste aansluiting (3-aderige kabel
■
NYM) uitvoeren. Bij aansluiting met flexibele netaan-
sluitkabel moet bij het uitvallen van de trekontlasting
gegarandeerd worden dat de stroomvoerende kabels
vóór de aarddraad (min. 1 cm langer) strak gespan-
nen worden.
■
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties
kunnen door elektrische stroom leiden tot ver-
wondingen en schade aan het toestel.
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen
(bijv. aardlekschakelaar) moeten volgens de vol-
gende voorschriften worden uitgevoerd:
■
IEC 60364-4-41
NEN-voorschriften
■
TAR laagspanning VDE-AR-N-4100
■
■
De netaansluitkabel van de warmtepomprege-
ling met max. 16 A zekeren.
Gevaar
Ontbrekende aarding van installatiecomponen-
ten kan bij een elektrisch defect door elektrische
stroom tot ernstige verwondingen leiden.
Toestel en leidingen moeten met de equipotenti-
aalverbinding van het huis verbonden zijn.
Gevaar
Ondeskundig uitgevoerde bedradingen kunnen
tot gevaarlijk letsel door elektrische stroom en
tot schade aan het toestel leiden.
■
Laagspanningskabels < 42 V en kabels
42 V/230 V~ gescheiden van elkaar leggen.
>
Kabels vlak vóór de aansluitklemmen zo kort
■
mogelijk afstrippen en dicht tegen de bijbeho-
rende klemmen bundelen.
■
Kabels vastzetten met kabelbinders.
Montageverloop
25