Condenswaterafvoer aansluiten
2. Condenswaterslang als blokkeerlus plaatsen en
onder constant afschot en buisbeluchting op de rio-
lering of een neutraliseringsinstallatie aansluiten.
Evt. op een sifon door de installateur aansluiten.
Daarbij op stevige aansluiting op de sifon letten.
Opmerking
De integratie van de condenswaterafvoer op een
regenpijp is niet toegelaten.
3. Condenswaterafvoer op vrije afvoer controleren.
Condenswaterafvoer evt. spoelen.
4. Als de condenswaterafvoer deels door onver-
warmde ruimtes loopt, condenswaterafvoer door
de installateur vorstbestendig te laten isoleren of
de extra verwarming laten monteren.
!
Opgelet
Bevriezend condenswater in de warmte-
pomp leidt tot schade aan het toestel.
Indien vereist, condenswaterafvoer door
installateur tegen vorst beschermd laten iso-
leren of door installateur extra verwarming
laten monteren.
Condenswaterafvoer via sifon
Ø 20
Afb. 14
Aan tapwaterzijde aansluiten
De warmwater-warmtepomp is ertoe bestemd perma-
nent op het tapwaternet te worden aangesloten.
Voor de tapwateraansluiting DIN 1988, DIN 4753 en
EN 806 in acht nemen.
(vervolg)
Condenswaterafvoer via waterafsluiting
Afb. 15
Bovendien moet hierop worden gelet:
Alle leidingen met demonteerbare verbindingen aan-
■
sluiten.
Circulatieleiding voorzien van een circulatiepomp,
■
terugslagklep en tijdschakelklok. Zwaartekrachtwer-
king slechts beperkt mogelijk.
Montageverloop
Ø 20
19