Temperatuursensoren controleren
Viessmann NTC 10 k
(blauwe markering)
Ω
20
10
8
6
4
2
1
0,8
0,6
0,4
10
30
50
Temperatuur in °C
Afb. 16
Rookgastemperatuursensor
Bij het bereiken van een ingevoerde grenswaarde (zie
parameter "1F" in groep "Ketel") verschijnt een onder-
houdsindicatie.
Viessmann NTC 20 k
(oranje markering
Ω
40
20
10
1
0,1
0
20
40
Temperatuur in °C
Afb. 17
1. Stekker
uittrekken.
aG
2. Weerstand van de sensor meten en met de stook-
lijn vergelijken.
Zekeringen controleren
1. Netspanning uitschakelen.
(vervolg)
70
90
110
60
80
100
1. De betreffende stekker uittrekken.
2. Weerstand van de sensor meten en met de stook-
lijn vergelijken.
3. Bij een sterke afwijking de montage controleren en
indien nodig de sensor vervangen.
120
140
160
3. Bij een sterke afwijking de montage controleren en
indien nodig de sensor vervangen.
2. Regeling openen.
Verhelpen van storingen
180
200
85