Inbedrijfstelling
Installatie in gebruik nemen
1. Netschakelaar aan de regeling inschakelen.
De inbedrijfstellingsassistent start automatisch.
Opmerking
Bij de eerste inbedrijfstelling verschijnen de begrip-
pen in het Duits.
Afb. 14
2. Gewenste instellingen uitvoeren:
■
"Taal"
"Datum en tijd"
■
"Energie-cockpit"
■
3. Alleen voor installatie met meerdere ketels:
Op "Toepass." tippen.
"Verw.ketel in de cascade" kiezen.
Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren
Opmerking
Alleen vereist als de toepassing van de regeling moet
worden gewijzigd.
Op volgende knoppen drukken:
1.
Vereiste parameters
Parameter "01" in groep "Alg." controleren en over-
eenkomstig de volgende tabel instellen:
Functie
Zonder externe omschakeling
Bijschakeling via
Stekker
aVD
/
aVH
■
of
Uitbreiding EA1
■
Bijschakeling via Vitogate 300
32
4. Met
bevestigen.
Het menu "Inbedrijfstelling" verschijnt opnieuw.
5. Met
bevestigen.
6. Met
bevestigen om belangrijke parameters aan
de installatie aan te passen, bijv. "Gastype".
Of
Met
de inbedrijfstelling beëindigen. De installatie
werkt met fabrieksinstellingen.
Opmerking
Alle parameters kunnen op een later tijdstip gewij-
zigd worden: Zie vanaf pagina 36.
7. Met
bevestigen.
8. Met
de inbedrijfstelling beëindigen.
Opmerking
Als de inbedrijfstelling niet succesvol was, ver-
schijnt een foutmelding.
2. "Service"
3. Wachtwoord "viservice" invoeren.
4. "Inbedrijfstelling"
Installatie met één ketel:
"Installatie met één ketel con-
stante regeling"
Parameter "01:1"
Parameter "01:1"
Parameter "01:1"
Installatie met meerdere ke-
tels:
"Verwarmingsketel in de cas-
cade"
—
Parameter "01:3"
Parameter "01:2"