16
Onderhoud - algemeen
16.6
Bodemkettingstreng vervangen
Kettingspanning controleren
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De spanning van de bodemketting door indrukken controleren.
ð Als de indrukdiepte X=30-60 mm bedraagt, is de spanning correct.
ð Als de indrukdiepte niet X=30-60 mm bedraagt, is de spanning correct.
Kettingspanning corrigeren
LET OP
Schade aan de machine door te losse of vaste kettingspanning
Is de kettingspanning te los (indrukdiepte > 60 mm) ingesteld, kan de bodemketting aan het
kettingwiel overspringen en de transportlijsten buigen.
Is de kettingspanning te strak (indrukdiepte < 30 mm) ingesteld, dan kan de bodemketting
breken.
De indrukdiepte van de bodemketting moet X=30‑60 mm bedragen.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De moeren (1) losdraaien.
Om de spanning van de bodemketting te verhogen, de schroeven (2) erin draaien.
De moeren (1) vastdraaien.
16.6
Bodemkettingstreng vervangen
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
Visuele controle van de paarsgewijze strengen uitvoeren.
INFO
Bij verschillende lengtes van meer dan 20 mm aan een paarsgewijze streng moeten de beide
bodemkettingen links en rechts zijde voor zijde worden vervangen.
LWG000-032
De moer (1) losmaken.
Om de bodemkettingspanning los te maken de schroef (2) eruit draaien.
Het kettingslot (3) verwijderen.
De bodemkettingstrengen uit de machine trekken.
232
zie
Pagina 28.
zie
Pagina 28.
zie
Pagina 28.
Originele handleiding 150000954_03_nl
RX 430 GL