Regeling van de tapwaterverwarming (boilertemperatuurregeling)
Korte beschrijving
De gewenste aanvoertemperatuur voor de tapwater-
■
verwarming wordt op een constante waarde gere-
geld (boilertemperatuurregeling). Voor de boilerop-
warming vindt dat door het in- en uitschakelen van
de circulatiepomp plaats.
Het schakelverschil bedraagt
Bij het verwarmen van de warmwaterboiler wordt
■
een gewenste aanvoertemperatuur ingesteld die
20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur ligt
(wijziging via parameter "06" in de groep "Warm
water").
Functies
Tijdprogramma
Er kan een automatisch programma of een individueel
tijdprogramma voor de tapwaterverwarming en de cir-
culatiepomp worden gekozen.
Bij automatische werking wordt de tapwaterverwar-
ming ten opzichte van de opwarmfase van het verwar-
mingscircuit 30 min vroeger ingesteld.
In het individuele tijdprogramma kunnen vier periodes
per dag voor de tapwaterverwarming en de circulatie-
pomp worden ingesteld.
Een eenmaal begonnen tapwaterverwarming wordt
onafhankelijk van het tijdprogramma tot het einde vol-
tooid.
In combinatie met parameter "7F" in groep "Alge-
meen"
■
Eengezinswoning
Parameter "7F:1":
–
Automatische werking
Bij installaties met twee resp. drie verwarmingscir-
cuits worden de verwarmingstijden van het verwar-
mingscircuit 1 als basis genomen.
–
individueel tijdprogramma
De periodes voor de tapwaterverwarming en de
omlooppomp zijn voor alle verwarmingscircuits het-
zelfde.
Meergezinswoning
■
Parameter "7F:0":
–
Automatische werking
Bij installaties met twee resp. drie verwarmingscir-
cuits worden de verwarmingstijden van het betref-
fende verw. circ. als basis genomen.
individueel tijdprogramma
–
De periodes voor de tapwaterverwarming en de
omlooppomp kunnen voor elk verwarmingscir-
cuit afzonderlijk worden ingesteld.
2,5 K.
±
Functiebeschrijving installatie
Voorrangsschakeling
Met voorrangsschakeling: (parameter "02:2" in de
■
groep "V.circuit..."):
tijdens de tapwaterverwarming wordt de gewenste
aanvoertemperatuur op 0 ºC gezet.
De mengklep sluit en de CV-pomp wordt uitgescha-
keld.
Zonder voorrangsschakeling:
■
De CV-pomp blijft met ongewijzigde instelling
draaien.
De gewenste aanvoertemperatuur wordt door de vol-
gende parameters bepaald:
–
Buitentemperatuur
Verschil tussen gewenste en werkelijke ketelwater-
–
temperatuur
Steilheid en niveau van de stooklijn
–
–
Instelling van de parameters "02" in de
groep "V.circuit..."
Vorstbescherming
Wanneer de tapwatertemperatuur onder 5 °C daalt,
wordt de warmwaterboiler tot 20 °C verwarmd.
Extra functie voor verhoogde tapwaterhygiëne
De functie wordt geactiveerd, doordat via de parame-
ter "03" in de groep "Warm water" een 2e gewenste
boilertemperatuur ingesteld en de 4e periode in het
tijdprogramma warm water voor de tapwateropwar-
ming geactiveerd wordt.
Gewenste tapwatertemperatuur
De gewenste tapwatertemperatuur is instelbaar van 10
tot 60 °C.
Via parameter "01" in groep "Warm water" kan het
gewenste gebied tot 95 °C worden vergroot.
Via parameter "0B" in de groep "Warm water" kan de
gewenste instelling aan de bedieningseenheid en/of de
afstandsbedieningen worden toegekend.
139