DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel niet de juiste gegevens weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen. Trek eerst
de stroomadapter uit alvorens de snelheidssensor af
te stellen.
Verwijder ver-
volgens de
Roeistang (19) uit
de Roeistanghaak
(88). Verwijder
dan de twee
M4 x 16mm
Schroeven (107)
uit de Vliegwielkap
(86). Draai de
Vliegwielkap
omhoog en ver-
wijder hem van de
roeitrainer.
107
86
19
88
26
Zoek de Snel-
heidssensor (67).
Draai het Vliegwiel
(60) totdat een
Vliegwielmagneet
(135) op dezelfde
hoogte komt als
de Snelheids-
sensor. Maak
vervolgens de
twee aangege-
ven M4 x 16mm
Schroeven (107)
iets los, schuif de Snelheidssensor iets dichter naar of
verder af van de Vliegwielmagneet en maak dan de
Schroeven weer vast.
Sluit de stroomadapter aan en draai vervolgens het
Vliegwiel (60), zodat de Vliegwielmagneet (135)
herhaaldelijk voorbij de Snelheidssensor (67) komt.
Herhaal de hierboven beschreven acties tot het bedie-
ningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Wanneer de snelheidssensor goed is afgesteld, maakt
u de verwijderde delen weer vast en steekt u de
stroomadapter weer in.
60
67
135
107