HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de roeitrainer
de eerste keer gebruikt.
1. Aansluiten op uw draadloze netwerk.
U moet het bedieningspaneel op een draadloos
netwerk aansluiten om iFIT-trainingen en verschil-
lende andere functies van het bedieningspaneel te
gebruiken. Volg de instructies op het scherm om
het bedieningspaneel met uw draadloze netwerk te
verbinden.
2. Instellingen aanpassen.
Volg de aanwijzingen op het scherm om uw
tijdzone en ander instellingen in te voeren. Let
op: Om deze instellingen later te kunnen wij-
zigen, bekijkt u DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 22.
3. Inloggen op of een iFIT-account aanmaken.
Volg de instructies op het scherm om met uw
iFIT-account in te loggen, of om een iFIT-account
aan te maken.
4. Controleren op firmware-updates.
Druk eerst op de menutoets (symbool van drie
horizontale lijnen), dan op Settings (instellingen),
dan op Maintenance (onderhoud) en vervolgens
op Update. Het bedieningspaneel controleert of
er firmware-updates zijn. Zie DE INSTELLINGEN
VAN HET BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op
bladzijde 22 voor meer informatie.
Firmware-updates worden altijd ontwikkeld om
uw trainingservaring te verbeteren. Hierdoor
worden nieuwe instellingen en functies mogelijk
niet beschreven in deze handleiding. Neem de tijd
om het bedieningspaneel te ontdekken om te leren
hoe nieuwe instellingen en functies werken. Het is
ook mogelijk dat sommige instellingen en functies
die staan beschreven in deze handleiding niet lan-
ger ingeschakeld kunnen worden.
Het bedieningspaneel is nu gereed. U kunt met uw
training beginnen. De volgende bladzijden geven
uitleg over de trainingen en andere functies van het
bedieningspaneel.
Voor informatie over de handmatige modus, zie
deze bladzijde. Voor gebruik van een aanbevolen
training, zie bladzijde 17. Voor het maken van een
teken-uw-eigen-kaart-training, zie bladzijde 19. Voor
gebruik van een iFIT-training, zie bladzijde 20. Voor
het wijzigen van bedieningspaneelinstellingen, zie
bladzijde 22. Voor het verbinden met een draadloos
netwerk, zie bladzijde 23.
Let op: Als er een velletje plastic op het scherm zit,
moet u dat verwijderen.
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel in
te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 15. Let op: Het kan even duren voordat
het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Het startscherm selecteren.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het start-
scherm op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een training bent, drukt u op het scherm en
volgt u de aanwijzingen om de training te beëin-
digen en om terug te keren naar het startscherm.
Als u in de instellingenmenu's bent, drukt u op de
terugtoets (pijlsymbool) om terug te keren naar het
startscherm.
3. Stel de weerstand bij naar het gewenste niveau.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te roeien.
Om de weerstand van de roeistang te wijzigen,
drukt u op de weerstandsschuifregelaars op het
scherm.
Let op: Als u een toets hebt gedrukt, duurt het even
voordat de roeistang het geselecteerde weerstand-
sniveau bereikt.
Let op: Om de weerstandsschuifregelaars op het
scherm te zien, drukt u op het scherm op een open
plek en drukt u op de bedieningsopties om deze
functie in te schakelen.
16