Toepassing (opname)
Scherpstelbereik
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op worden
scherpgesteld. De kortste opnameafstand is afhankelijk van de zoomfactor en de
instelling in de macro-opnamemodus.
■
Kortste opnameafstand
De kortste opnameafstand is de afstand van de voorkant van de lens tot het onderwerp.
Deze afstand verandert geleidelijk, afhankelijk van de zoomstand. Tijdens het zoomen
is de kortste opnameafstand gelijk aan die bij de modus OFF (2 m bij een optische
zoomvergroting van 5 x tot en met 7 x), zelfs als [Macro stand] is ingesteld op [Macro-
AF] (
).
Zoom
Max. W (groothoek)
Max. T (tele)
• Het scherpstelbereik wordt weergegeven wanneer u de zoom gebruikt enzovoort.
●
Het kan even duren totdat onderwerpen op grote afstand scherp worden.
●
Het verdient aanbeveling een statief en de [Zelfontspanner] te gebruiken. Bovendien
wordt, wanneer u een onderwerp vlakbij de camera opneemt, aanbevolen [Flitser] op
[Gedwongen uit] te zetten.
●
Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw beelden onscherp
zijn wanneer uw onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte
en dus het scherpstelbereik bijzonder gering is.
●
Langs de randen van het beeld kan de resolutie minder zijn.
[Macro stand]
3 cm
1 m
Scherpstelbereik
- 78 -
Close-upbeelden opnemen
UIT
50 cm
2 m
VQT4T16