Toepassing (opname)
• Voor de instelprocedures van het menu.
[AF mode]
De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het
aantal onderwerpen.
■
Instellingen:
/
Beelden opnemen
van mensen van
voren
(Gezichtsdetectie)
Automatisch
koppelen van de
scherpstelling aan
een bewegend
onderwerp
(Tracking AF)
Onderwerp niet in het
beeld gecentreerd
( Scherpstellen op
23 punten)
Bepaalde plaats voor
scherpstelling
( Scherpstellen op
1 punt)
( Scherpstelling op
spot)
(→54)
/
/
/
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en
scherpstelling hierop aan.
Raak het onderwerp aan
• Voer deze bedieningsfuncties uit met de aanraaksluiterfunctie
(→32)
uitgeschakeld.
• Uitschakelen van Tracking AF → Raak
• Scherpstelbereik (hetzelfde als macro-opnamen)
• U kunt deze functie ook uitvoeren met
Stel scherp op het onderwerp op de voorgrond van een breed
gebied (scherpstellen op 23 punten) op het opnamescherm.
Scherpstellen op 1 punt: Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied
Scherpstelling op spot: Er wordt scherpgesteld op een kleiner
- 119 -
Gebruik van het [Opname]-menu
AF-gebied
Geel: Als u de ontspanknop half indrukt,
wordt het kader groen als de camera is
scherpgesteld.
Wit:
Verschijnt bij detectie van meerdere
gezichten. Andere gezichten die op
dezelfde afstand zijn als de gezichten
in het gele AF-gebied, worden ook
scherp vastgelegd.
Tracking AF kader
Wanneer uw onderwerp herkend wordt,
verandert het Tracking AF-kader van wit in
geel en dan wordt uw onderwerp steeds
scherp in beeld gehouden.
Als de AF-vergrendeling mislukt, knippert er
een rood kader.
aan.
.
in het midden van het beeld. (Aanbevolen
wanneer u moeilijk kunt scherpstellen)
gebied.
(→78)
VQT4T16