Inhoudsopgave
Advertenties
5
Hulp bij het oplossen van problemen
Fout
Het apparaat kan niet inge-
schakeld worden.
De weergave is moeilijk leesbaar.
De relais schakelen, desondanks
worden de functies niet uit-
gevoerd.
De uitgangen functioneren niet
goed.
Het weergavescherm geeft de
melding „zonsensor xx defect".
Het weergavescherm geeft de
melding „windsensor xx defect".
Het weergavescherm geeft de
melding „windrichtingssensor
defect".
Het weergavescherm geeft de
melding „temperatuursensor
xx defect".
De zon schijnt, maar de zon-
weringsinstallatie gaat niet
omlaag.
Hulp bij het oplossen van problemen
Mogelijke oorzaak
De netspanning is onderbroken
of de zekering is defect.
De achtergrondverlichting is uit-
geschakeld.
Er is geen spanning aanwezig op
de poolcontacten van de relais of
de massa is niet aangesloten.
Er zijn een aantal klemmen niet
aangesloten of de groepen zijn
niet geactiveerd.
Slechte verbinding of kortsluiting.
Slechte verbinding of kortsluiting,
jumper J1 / J2 is verkeerd
geplaatst.
Slechte verbinding of kortsluiting,
jumper J3 is verkeerd geplaatst.
Slechte verbinding of kortsluiting.
De zonsensor is verkeerd toe-
gekend.
De handmatige bediening is
geactiveerd.
Er is een functie met een hogere
prioriteit actief.
De zonintensiteit is minder dan
de ingestelde drempelwaarde.
- 37 -
Oplossing
Check of het groene LED aan
de voorkant van het apparaat
brandt. Zo niet, controleer dan
de netspanning en de zekering.
Willekeurige toets indrukken
om de achtergrondverlichting
te activeren.
Spanning op de poolcontacten
activeren of de aansluitingen
controleren.
Check of alle klemmen zijn
aangesloten. Zijn alle groepen
geactiveerd?
Controleer de aansluiting van
de zonsensor.
De aansluiting van de windsensor
en de positie van de jumper
(paragraaf 1.2.3) controleren.
De aansluiting van de windsensor
en de positie van de jumper
(paragraaf 1.2.4) controleren.
Controleer de aansluitingen van de
betreffende temperatuursensor.
Check of de zonsensoren aan de
juiste groepen zijn toegekend.
Check of het apparaat zich in de
automatische bedieningsstand
bevindt (menu: BESTURING).
Check of er een functie met een
hogere prioriteit actief is
(menu: FUNCTIESTATUS).
Drempelwaarde controleren.
(menu: CONFIGURATIE).
Advertenties
Inhoudsopgave
