4.7.2 Zonfunctie
Algemene instellingen
Groep
Alias
Actief
Zon drempelwaarde
Laag
Hoog
Toegewezen sensoren
Sensor
Alias
Selectie van de groep.
Toont de alias van de laatst geselecteerde groep.
Activeren of deactiveren van de zonfunctie.
Lage drempelwaarde. Als de zonintensiteit gedurende de geprogrammeerde vertra-
gingstijd onder deze drempelwaarde liggen, wordt de zonfunctie gedeactiveerd. Dit
leidt tot het omhoog gaan van de zonweringsinstallatie, mits er geen andere functie
met een hogere prioriteit geactiveerd is. De lage drempelwaarde moet steeds onder
de hoge drempelwaarde liggen.
Hoge drempelwaarde. Als de zonintensiteit gedurende de geprogrammeerde vertra-
gingstijd direct op of boven de geprogrammeerde hoge drempelwaarde liggen, wordt
de zonfunctie geactiveerd. Dit leidt tot het omlaag gaan van de zonweringsinstallatie,
mits er geen andere functie met een hoge prioriteit geactiveerd is. De hoge drempel-
waarde moet steeds boven de lage drempelwaarde liggen.
Geeft een lijst van alle sensoren, die aan deze functie kunnen worden toegekend. Als
de cursor naar de verschillende sensorindicaties verplaatst wordt, geeft de alias de
overeenkomende betekenis van de sensor aan. Een sensorindex kan de volgende
status hebben:
De sensor is niet aan een functie toegekend. De cursor bevindt zich niet op deze
sensorindex.
De sensor is aan een functie toegekend. De cursor bevindt zich niet op deze sensor-
index.
De sensor is niet aan een functie toegekend. De cursor bevindt zich op deze sensor-
index.
De sensor is aan een functie toegekend. De cursor bevindt zich op deze sensorindex.
Wordt aan deze functie meer dan één sensor toegekend, dan wordt de hoogst gemeten
waarde van de toekende sensoren toegepast.
Als de cursor zich op de sensorindex bevindt, geeft de alias de overeenkomende
naam van de sensor aan, in het tegenovergestelde geval blijft dit veld leeg.
Afbeelding 25: Menu zonfunctie
De zonfunctie bestuurt de zonweringsinstallatie op
basis van de gemeten zonintensiteit.
- 29 -
Configuratie