Samenvatting van Inhoud voor Vestamatic Vesta Building Controller
Pagina 1
Vesta Building Controller 8-kanaals centrale besturing voor zonwerings- en rolluikinstallaties voor grotere gebouwen Automatisme de commande central à 8 canaux prévu pour les installations de protection solaire et de fermeture des grands bâtiments Installatie- en gebruikershandleiding Instructions de montage et de service...
Inhoud Inleiding pagina 5 1 Installatiehandleiding pagina 6 Wandmontage van de Vesta Building Controller pagina 6 Aansluiting van de Vesta Building Controller pagina 7 1.2.1 Netspanningvoorziening en relaisuitgangen pagina 7 1.2.2 Sensoraansluitingen en digitale ingangen pagina 8 1.2.3 Windsnelheidssensoren pagina 8 1.2.4...
Pagina 4
Inhoud 4 Configuratie pagina 21 Wachtwoord pagina 21 4.1.1 Ingave van het wachtwoord pagina 21 Gebruikers instellingen pagina 22 Datum en tijd pagina 23 4.3.1 Instellen van de tijd pagina 23 4.3.2 Instellen van de datum pagina 23 4.3.3 Functietoetsen pagina 23 Groepen pagina 24...
8 onderhoudsschakelaars 1 potentiaalvrije alarmingang De gebruiksvriendelijke bedieningselementen van de Vesta Building Controller (hierna VBC genoemd) geven toegang tot uitgebreide informatie, zoals bijv. de gemeten sensorwaarden, de functiestatus en een logboek, evenals een selectie uit de verschillende bedieningsstanden en besturingsfuncties, zoals bijv. handmatige bediening, automatische bediening en besturing via de zonfunctie.
Wandmontage van de Vesta Building Controller De Vesta Building Controller kan op twee verschillende manieren aan de wand worden gemonteerd. Bij de eerste manier verwijdert u de bovenste en onderste afdekkap van de behuizing en bevestigt u het apparaat met behulp van de vier boorgaten binnenin de behuizing en de vier meegeleverde schroeven direct aan de wand.
Met de optionele geblokkeerde uitgangen (SP1–SP8) kan de individuele bediening van de motorbesturing eventueel gedeactiveerd worden. In het volgende diagram wordt de volgorde van de uitgangen van de Vesta Building Controller schematisch weergegeven en wordt een installatievoorbeeld voor vier groepen met 24-Volts-stuurspanning getoond, evenals de optionele geblokkeerde uitgangen (onderbroken lijn).
In het volgende hoofdstuk worden de aansluitingen van de individuele sensoren beschreven. 1.2.3 Windsnelheidssensoren Op de Vesta Building Controller kunnen maximaal twee windsnelheidssensoren (met stroom of frequentie uitgang) worden aangesloten. Verwarmde sensoren, met een maximale stroomopname van 100 mA, kunnen direct op de interne netspanning worden aangesloten.
Installatiehandleiding 1.2.4 Windrichtingssensor Op de Vesta Building Controller kan een windrichtingssensor (met stroom of digitale uitgang) worden aange- sloten. Verwarmde sensoren, met een maximale stroomopname van 100 mA, kunnen direct op de interne net- spanning worden aangesloten. Voor sensoren met een stroomopname hoger dan 100 mA is een externe voedingsunit nodig.
Sluit het potentiaalvrije verbreekcontact van het rook-/brandmeldersysteem aan op klemmen 176 en 177 van de Vesta Building Controller (zie afbeelding in paragraaf 1.2.9). Houdt er rekening mee, dat bij een niet ge- bruikte ingang klemmen 176 en 177 overbrugd moeten worden.
Installatiehandleiding Communicatie-aansluitingen In de volgende paragrafen worden de communicatie-aansluitingen van de Vesta Building Controller beschreven. 1.3.1 CAN Deze aansluiting is momenteel nog niet beschikbaar. 1.3.2 SSC Deze aansluiting is beschikbaar in de Master-Slave configuratie. Hierbij wordt de Master-VBC via klemmen 104 tot 107 van het actieve apparaat parallel met de Slave-VBC verbonden.
Algemeen Algemeen In dit hoofdstuk wordt de bediening van de Vesta Building Controller nader toegelicht en wordt de werking van de diverse functietoetsen, de volgorde van de weergave en de werking van de zoemer beschreven. De volgende afbeelding toont de bedieningselementen van de Vesta Building Controller.
Algemeen 2.1.3 Toets hoofdmenu G Door de hoofdmenutoets in te drukken keert het programma terug naar het hoofdmenu. Uitzondering: in de tekstingave-modus wordt door het indrukken van de hoofdmenutoets de tekstingavemodus verlaten. 2.1.4 Insteltoetsen H Met de insteltoetsen kan de waarde van de geselecteerde variabelen gewijzigd worden. Als de selectie geen variabele is, kan er niets gewijzigd worden.
Bediening Bediening In dit hoofdstuk wordt de bediening van de diverse menu's beschreven. Hoofdmenu Afbeelding 2: Hoofdmenu Het hoofdmenu is het in de display het bovenste menu waaruit de gebruiker een reeks van submenu's kan selecteren. Selecteer het gewenste submenu met behulp van de OP/NEER cursortoetsen en druk de functietoets „submenu”...
Bediening Kolom 2: De alias van de sensor. De alias (beschrijving) van een sensor kan in de paragraaf sensoren van het configuratiemenu gewijzigd worden. Kolom 3: De laatst gemeten waarden worden secondegewijs geactualiseerd. Is een sensor tijdelijk niet geac- tiveerd, wordt de tekst „uit” getoond. Is een sensor defect, wordt de tekst „defect” getoond. Toestanden Afbeelding 4: Menu toestanden Het toestanden menu geeft een overzicht van de...
Bediening De functie bevindt zich in de veiligheidsmodus. De veiligheidsmodus wordt geactiveerd, wanneer een aan deze functie toekende sensor defect of niet geactiveerd is. De functie is niet geactiveerd. Naast de functiestatus wordt de motordraairichting getoond. Hieronder vindt u een beschrijving van alle moge- lijke motordraairichtingen.
Bediening 3.3.4 Voorbeeld Afbeelding 5: Toestanden – voorbeeld Prioriteit Functie Motordraairichting Onderhoud Externe ingangen NEER NEER Alleen de functie met de hoogste prioriteit wordt uiteindelijk uitgevoerd. In het hierboven weergegeven voor- beeld wordt voor groep 1 een onderhoudsfunctie (prioriteit 120) uitgevoerd, die de bijbehorende zonwerings- installaties omhoog laat gaan.
Bediening 3.4.1 Besturing met handmatige bediening Wanneer de besturing zich in de handmatige bedieningsstand bevindt, is de zonfunctie uitgeschakeld. De positie van de zonweringsinstallatie kan met de volgende functietoetsen handmatig worden bediend: De zonweringsinstallatie gaat omhoog. De aktuele draairichting van de motor wordt gestopt. Wanneer de motor zich in de ruststand bevindt, vindt er geen besturingscommando plaats.
Bediening Configuratie Afbeelding 8: Configuratiemenu oproepen In het configuratiemenu kan een veelvoud van instel- lingen worden aangebracht. Daarom is dit menu met een wachtwoord beveiligd. U vindt een gedetailleerde beschrijving van het configuratiemenu in hoofdstuk 4, Configuratie. Logboek Afbeelding 9: Menu logboek In het logboekmenu wordt een lijst van alle opgetre- den fouten getoond.
Softwareversie Datum Uitgiftedatum van de software Opmerking Software-eigenschappen (indien speciale software wordt toegepast). Vestalon Indien de Vesta Building Controller met een Vestalon-module is uitgerust, wordt hier gedetail- leerde informatie over de Vestalon-module gegeven. Versie Softwareversie Datum Uitgiftedatum van de software...
Configuratie Configuratie Afbeelding 12: Configuratiemenu oproepen In het configuratiemenu kan een veelvoud van instel- lingen worden aangebracht. Daarom is dit menu met een wachtwoord beveiligd. Wachtwoord Om het configuratiemenu op te kunnen roepen, moet eerst het juiste wachtwoord worden ingegeven. Het van tevoren ingestelde wachtwoord is „usr”...
Configuratie Afbeelding 13: Menu configuratie Voor wijzigingen in de configuratie wordt de functie- toets „opslaan instellingen” geactiveerd. Slaat de in het configuratiemenu aange- brachte wijzigingen op. Deze functietoets wordt uitsluitend geactiveerd wanneer er wijzigingen worden uitgevoerd. Om te voor- komen dat er wijzigingen verloren gaan, moeten deze voor het verlaten van het con- figuratiemenu worden opgeslagen.
Configuratie Datum en tijd Afbeelding 15: Afbeelding 16: Datum en tijd – tijdinstelling Datum en tijd – datuminstelling In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe de datum en tijd in dit menu kunnen worden ingesteld. 4.3.1 Instellen van de tijd In het menu „Datum en tijd”...
Configuratie Groepen Afbeelding 17: Menu groepen In het menu groepen wordt het volgende getoond: Type Instelling van de betreffende zonwering. De volgende zonweringsinstallaties zijn beschikbaar: zonne- scherm, rolluik, jaloezie en screen. Een beschrijving van de actuele groep. De alias wordt als „groep n” vooraf ingesteld, waarbij „n” de Alias actuele groepsindex is (1...8).
Configuratie Afbeelding 19: Wijzigen van de wachtwoord-informatie Door het opslaan van de configuratie (indrukken van de functietoets opslaan) wordt het nieuwe wacht- woord opgeslagen. Als de nieuwe configuratie niet wordt opgeslagen, blijft het oude wachtwoord van kracht. Sensoren In de paragraaf Sensoren van het configuratiemenu kunnen voor iedere sensor de volgende instellingen worden aangebracht: Eenheid De eenheid van de gemeten sensorwaarde.
Configuratie 4.6.2 Temperatuursensoren Afbeelding 21: Menu temperatuursensoren Algemene instellingen Eenheid De eenheid van de temperatuursensoren kan op °C (graden Celsius), °F (graden Fahrenheit) en K (Kelvin) worden ingesteld. Sensor „n” instellingen Actief Activeren of deactiveren van de „n” sensor. Alias Beschrijving van de „n”...
4.7.1 Kantelfunctie Afbeelding 24: Menu kantelfunctie De kantelfunctie wordt normaal gesproken toege- past voor jaloezieën. De Vesta Building Controller ondersteunt twee soorten kantels; het constant kan- telen en het kantelen op bepaalde tijdstippen van de dag. In dit menu kunnen voor iedere groep twee soorten kantels worden geconfigureerd.
Pagina 28
Configuratie Vaste kantel instelling Actief Activeren of deactiveren van de constante kantelfunctie. Als deze functie gedeactiveerd is, kan dit kantelcommando niet worden uitgevoerd. Kantel Constante kantelpositie. Deze positie kan tussen 0% en 100% worden ingesteld, waarbij 0% betekent, dat de jaloezie gesloten is en 100% betekent, dat de jaloezie volledig geopend is.
Configuratie 4.7.2 Zonfunctie Afbeelding 25: Menu zonfunctie De zonfunctie bestuurt de zonweringsinstallatie op basis van de gemeten zonintensiteit. Algemene instellingen Groep Selectie van de groep. Alias Toont de alias van de laatst geselecteerde groep. Actief Activeren of deactiveren van de zonfunctie. Zon drempelwaarde Laag Lage drempelwaarde.
Configuratie Functie Actief Stel de vertragingstijd voor de activering van de functie in in minuten. Wordt aan de functievoorwaarden voldaan (de zonintensiteit is gelijk of ligt boven de ingestelde zon- drempelwaarde), treedt deze vertragingstijd in werking. De functie wordt geactiveerd nadat gedurende deze gehele vertragingstijd aan de functievoorwaarden is voldaan.
Configuratie Functie Actief Stel de vertragingstijd voor de activering van de functie in in minuten. Wordt aan de functievoorwaarden voldaan (de temperatuur ligt onder de ingestelde temperatuur- drempelwaarde), treedt deze vertragingstijd in werking. De functie wordt geactiveerd nadat gedurende deze gehele vertragingstijd aan de functievoorwaarden is voldaan. Inactief Stel de vertragingstijd voor de deactivering van de functie in in minuten.
Configuratie Inactief Stel de vertragingstijd voor de deactivering van de functie in in minuten. Wordt niet meer aan de functievoorwaarden voldaan (de windsnelheid ligt onder de ingestelde winddrempelwaarde), treedt deze vertragingstijd in werking. De functie wordt gede- activeerd nadat gedurende deze gehele vertragingstijd niet meer aan de functievoor- waarden is voldaan.
Configuratie 4.7.6 Regenfunctie Afbeelding 29: Menu regenfunctie De regenfunctie bestuurt de zonweringsinstallatie op basis van wel of geen regen. Algemene instellingen Groep Selectie van de groep. Alias Geeft de alias van de laatst gekozen groep aan. Actief Activeren of deactiveren van de regenfunctie. Functie Actief Stel de vertragingstijd voor de activering van de functie in in seconden.
Configuratie Functie Actief Stel de vertragingstijd voor de activering van de functie in in minuten. Wordt aan de functievoorwaarden voldaan, treedt deze vertragingstijd in werking. De functie wordt geactiveerd nadat gedurende deze gehele vertragingstijd aan de functievoorwaarden is voldaan. Inactief Stel de vertragingstijd voor de deactivering van de functie in in minuten.
Configuratie 4.7.9 Functie handmatig bedienen Afbeelding 32: Menu functie handmatig bedienen De functie handmatig bedienen bestuurt de zon- weringsinstallatie via handmatig ingegeven com- mando's. Algemene instellingen Groep Selectie van de groep. Alias Geeft de alias van de laatst gekozen groep aan. Actief Activeren of deactiveren van de functie handmatige bediening.
Configuratie Functie Actief Stel de vertragingstijd voor de activering van de functie in in minuten. Wordt aan de functievoorwaarden voldaan (brand), treedt deze vertragingstijd in werking. De func- tie wordt geactiveerd nadat gedurende deze gehele vertragingstijd aan de functie- voorwaarden is voldaan. Inactief Stel de vertragingstijd voor de deactivering van de functie in in minuten.
Hulp bij het oplossen van problemen Hulp bij het oplossen van problemen Fout Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat kan niet inge- De netspanning is onderbroken Check of het groene LED aan schakeld worden. of de zekering is defect. de voorkant van het apparaat brandt.