stadsgas
Schakel de brander in en laat hem op de lage
stand branden. Verwijder de knop van de
gaskraan, en handel op de regelschroef die
zich naast het staafje van de kraan bevindt
(afhankelijk van het model) tot een regelmatige
minimum vlam wordt verkregen.
Monteer de knop opnieuw en controleer de
stabiliteit van de vlam van de brander. Draai de
knop snel vanaf de maximum positie naar de
Types van gas en toebehorende landen
Type van gas
1 Methaan G20
20 mbar
G20
20/25 mbar
G20/25
2 Methaan G20
25 mbar
G20
3 Methaan G25.1
25 mbar
G25.1
4 Methaan G2.350
13 mbar
G2.350
5 Vloeibaar gas G30/31
28-30/37 mbar
G30/31
30/30 mbar
G30/31
6 Vloeibaar gas G30/31
37 mbar
G30/31
7 Stadsgas G110
8 mbar
G110
Op basis van het land van installatie kunnen de beschikbare soorten gas bepaald worden. Zie het
nummer in de aanhef voor de juiste waarden in de "Tabel kenmerken branders en gasmondstukken".
914779670/A
laagste stand: de vlam mag niet uitgaan.
Herhaal deze handeling voor alle gaskranen.
Regeling van het minimum voor vloeibaar
gas
Draai de schroef naast het staafje van de kraan
helemaal rechtsom.
Smering van de gaskranen
Het kan zijn dat de gaskranen mettertijd moeilijk
draaien en geblokkeerd raken. Reinig ze van
binnen, en vervang het smeervet.
GB
FR
IT
ES
IE
BE
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Na de regeling met een ander gas dan
het gas dat in de fabriek werd afgesteld
moet het etiket voor de regeling van het
gas, dat is aangebracht op het
apparaat, vervangen worden door het
etiket voor het nieuwe gas. Het etiket
bevindt zich in het zakje van de
sproeiers (indien aanwezig).
Laat de gaskranen door een
gespecialiseerde technicus smeren.
SE
PT
RU
DK
•
•
•
•
•
•
•
INSTALLATIE - 173
FI
PL
HU
NO
•
•
•
•
•
•
•
•