Selecteer Automatische aanpassing met LC-filter
[2] als er een LC-filter is geplaatst tussen de
frequentieomvormer en de motor.
Procedure voor Automatische Motor Aanpassing:
1. Stel de motorparameters in volgens de gegevens
op het typeplaatje zoals beschreven in de
parameters 102-106 Gegevens typeplaatje
2. Sluit 24 V DC (mogelijk van klem 12) aan
op klem 27 op de stuurkaart.
3. Selecteer Automatische aanpassing [1]
of Automatische aanpassing met LC-filter
[2] in parameter 107 Automatische Motor
Aanpassing, AMA
4. Start de frequentieomvormer of sluit klem 18 (start)
aan op 24 V DC (mogelijk van klem 12).
5. Na een normale procedure vermeldt het display:
AMA STOP. Na een reset is de frequentieomvormer
gereed om opnieuw in bedrijf te gaan.
Als Automatische Motor Aanpassing moet
worden onderbroken:
1. Druk op de [OFF/STOP]-toets.
Als zich een fout heeft voorgedaan, vermeldt
het display: ALARM 22
1. Druk op de [Reset]-toets.
2. Ga na wat de mogelijke oorzaak van de fout kan
zijn op basis van de alarmmelding. Zie Overzicht
van waarschuwingen en alarmen.
Wordt er een waarschuwing gegeven, dan
vermeldt het display: WAARSCHUWING 39 - 42
1. Ga na wat de mogelijke oorzaak van de fout kan
zijn op basis van de waarschuwing. Zie Overzicht
van waarschuwingen en alarmen
2. Druk op de toets [CHANGE DATA] en selecteer
"Doorgaan" als AMA moet worden voortgezet
ondanks de waarschuwing of druk op [OFF/STOP]
om AMA te onderbreken.
108 Startspanning van parallelle motoren
(MULTIM.START VOLT)
Waarde:
0.0 - parameter 103 Motor voltage, U
Depends on par. 103 Motor voltage, U
Functie:
Deze parameter geeft de startspanning van de
permanente VT-karakteristieken bij 0 Hz voor
motoren die parallel zijn aangesloten.
De startspanning vertegenwoordigt een extra spanning
naar de motor. Door de startspanning te verhogen,
ontvangen de parallel aangesloten motoren een
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
90
hoger startkoppel. Dit wordt met name gebruikt
voor kleinere motoren (< 4,0 kW) die parallel zijn
aangesloten, omdat deze een hogere statorweerstand
hebben dan motoren boven 5,5 kW.
Deze functie is alleen actief als Parallel motors is
geselecteerd in parameter 101 Koppelkarakteristieken..
Beschrijving van de keuze:
Stel de startspanning in op 0 Hz. De maximumspanning
hangt af van parameter 103Motorspanning,, U
109 Resonantiedemping
(RESONANCE DAMP.)
Waarde:
0 - 500 %
Functie:
Problemen m.b.t. hoogfrequentie-resonantie tussen
de frequentieomvormer en de motor kunnen worden
verholpen door de resonantiedemping af te stellen.
Beschrijving van de keuze:
Stel het dempingspercentage af tot de
motorresonantie is verdwenen.
110 Hoog startkoppel
(HOOG START KOPPEL)
Waarde:
0.0 (OFF) - 0.5 sec.
Functie:
Om een hoog startkoppel te garanderen, is het
maximale koppel gedurende maximaal 0,5 sec.
toegestaan. De stroom wordt echter beperkt door de
beveiligingslimiet van de frequentieomvormer (inverter).
0 sec. komt overeen met geen hoog startkoppel.
Beschrijving van de keuze:
Stel de tijd in waarin een hoog startkoppel gewenst is.
111 Startvertraging
M,N
(STARTVERTRAGING)
M,N
Waarde:
0.0 - 120.0 sec.
Functie:
Met deze parameter kan de start vertraagd worden
nadat aan de voorwaarden voor een start is voldaan.
Zodra de tijd verstreken is, loopt de uitgangsfrequentie
geleidelijk op naar de referentie.
MG.61.A2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 6000 HVAC
.
M,N
100 %
OFF
0.0 sec.