Als een motor in plaats daarvan een thermische
schakelaar van het type Klixon heeft, kan deze ook
worden aangesloten op de ingang. Als de motoren
parallel draaien, moeten de thermistors/thermische
schakelaars in serie worden geschakeld (totale
weerstand < 3 kOhm). Parameter 117 Thermische
motorbeveiliging moet worden ingesteld op Thermische
waarschuwing [1] of Thermistor trip [2] en de thermistor
moet worden geplaatst tussen klem 53 of 54 (analoge
spanningsingang) en klem 50 (+10 V-voeding).
309 Ingang 53 minimum
(AI 53 MINIMUM))
Waarde:
0.0 - 10.0 V
Functie:
TDeze parameter wordt gebruikt voor het instellen
van de signaalwaarde die moet overeenkomen
met de minimale referentie of terugkoppeling,
parameter 204 Minimum referentie, Ref
Minimum terugkoppeling, FB
ofTerugkoppelingsbeheer .
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste waarde voor de spanning in.
Voor een grotere nauwkeurigheid kunnen
spanningsverliezen in lange signaallijnen
worden gecompenseerd.
Als de time-out functie moet worden gebruikt
(parameter 317 "Li v e zero" tijd en 318 Functie na time
out), moet de waarde op > 1 V worden gesteld.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.61.A2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
0.0 V
/413
MIN
. Zie Referentiebeheer
MIN
®
VLT
Serie 6000 HVAC
310 Ingang 53 maximum
(INGANG 53 MAXIMUM)
Waarde:
0.0 - 10.0 V
Functie:
Deze parameter wordt gebruikt voor het instellen
van de signaalwaarde die moet overeenkomen
met de maximale referentie of terugkoppeling,
parameter 205 Maximum referentie, Ref
Maximum terugkoppeling, FB
of Terugkoppelingsbeheer .
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste waarde voor de spanning in.
Voor een grotere nauwkeurigheid kunnen
spanningsverliezen in lange signaallijnen
worden gecompenseerd.
311 Terminal 54, analog input voltage
(AI [V] 54 FUNCT.)
Waarde:
See description of parameter 308.
Functie:
This parameter chooses between the different
functions available for the input, terminal 54.
Scaling of the input signal is done in parameter
312 Terminal 54, min. scaling and in parameter
313 Terminal 54, max. scaling.
Beschrijving van de keuze:
See description of parameter 308.
For reasons of accuracy, voltage losses in long
signal lines should be compensated for.
312 Ingang 54 minimum
(INGANG 54 MINIMUM)
Waarde:
0.0 - 10.0 V
Functie:
Deze parameter wordt gebruikt voor het instellen
van de signaalwaarde die moet overeenkomen
met de minimale referentie of terugkoppeling,
parameter 204 Minimum referentie, Ref
Minimum terugkoppeling, FB
ofTerugkoppelingsbeheer .
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste waarde voor de spanning in.
10.0 V
/414
MAX
. ZieReferentiebeheer
MAX
No operation
0.0 V
/413
MIN
. Zie Referentiebeheer
MIN
107