Hoogspanningstest
Een hoogspanningstest kan worden uitgevoerd door
de klemmen U, V, W, L1, L2 en L3 kort te sluiten
en een seconde lang max. 2,5 kV gelijkstroom te
geven tussen dit kortsluitcircuit en het chassis.
NB!:
De RFI-schakelaar moet gesloten zijn
(stand ON) tijdens het uitvoeren van
hoogspanningstesten. Als de lekstromen
te hoog zijn, moeten de netvoeding en de
motoraansluiting worden onderbroken tijdens
hoogspanningstesten van de gehele installatie.
Warmteafgifte door VLT 6000 HVAC
De tabellen in de Algemene technische gegevens
geven het vermogenverlies P
HVAC aan. De maximumtemperatuur van de koellucht
t
is 40 bij 100 % belasting (van nominale waarde).
IN MAX
Ventilatie van ingebouwde VLT 6000 HVAC
De hoeveelheid lucht vereist voor de koeling van
frequentie-omvormers kan als volgt worden berekend:
1.
Tel alle waarden van P
frequentie-omvormers bij elkaar die worden
ingebouwd in hetzelfde paneel. De hoogste
koelluchttemperatuur (t
zijn dan t
(40 °C). De gemiddelde
IN, MAX
dag/nachttemperatuur moet 5 °C lager zijn
(VDE 160). De uitgangstemperatuur van de
koellucht mag de volgende temperatuur niet
overschrijden: t
OUT, MAX
2.
Bereken het toegestane verschil tussen
de temperatuur van de koellucht (t
temperatuur aan de uitlaat (t
t = 45 ° C-t
.
IN
3.
Bereken de vereiste
hoeveelheid lucht=
Voer
t in in de schaal van Kelvin
De uitlaat van de ventilatie moet zich boven de
hoogst gemonteerde frequentie-omvormer bevinden.
Men dient rekening te houden met drukverlies
over de filters en met het feit dat de druk daalt
naarmate de filters verstopt raken.
EMC-correcte elektrische installatie
Het verdient de aanbeveling deze richtlijnen te volgen
om te voldoen aan EN 61000-6-3/4, EN 55011 of
EN 61800-3 Eerste omgeving. Als de installatie moet
voldoen aan EN 61800-3 Tweede omgeving, kan van
deze richtlijnen worden afgeweken. Dit wordt echter
50
(W) van de VLT 6000
voor alle
) moet lager
IN
(45 ° C).
) en de
IN
):
OUT
3
m
/h
MG.61.A2.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 6000 HVAC
niet aangeraden. Zie ook CE-markering, Emissie en
EMC-testresultaten onder speciale omstandigheden
in de Design Guide voor meer informatie.
Punten die in acht moeten worden genomen
om te zorgen voor een EMC-correcte
elektrische installatie:
•
Gebruik alleen gevlochten afgescher-
mde/gewapende motorkabels en stuurkabels.
De afscherming dient een minimale bedekking
van 80 % te hebben. Het afschermingsmateriaal
moet van metaal zijn, bijvoorbeeld (maar niet
uitsluitend) koper, aluminium, staal of lood. Er zijn
geen speciale vereisten voor de netkabel.
•
Voor installaties waarbij stijve metalen leidingen
worden gebruikt, zijn geen afgeschermde
kabels nodig, maar moet de motorkabel in een
andere leiding worden geïnstalleerd dan de
stuurkabel en netkabel. Volledige aansluiting
van de leiding van de omvormer naar de motor
is vereist. De EMC-prestaties van flexibele
leidingen lopen zeer uiteen en daarvoor is
informatie van de fabrikant vereist.
•
Sluit de afgeschermde/gewapende leiding voor
motorkabels en stuurkabels aan beide uiteinden
aan op aarde. Zie ook Aarding van gevlochten
afgeschermde/gewapende stuurkabels.
•
Vermijd afsluiting van de afscherming/wapening
met gedraaide einden (pigtails). Een dergelijke
afsluiting vergroot de afschermingsimpedantie
bij hoge frequenties, wat de effecti v iteit bij hoge
frequenties vermindert. Gebruik in plaats daarvan
kabelklemmen of -pakkingen met lage impedantie.
•
Zorg voor een goed elektrisch contact tussen
de montageplaat en het metalen chassis
van de frequentieomvormer. Dit is niet van
toepassing op IP 54-eenheden, aangezien deze
zijn ontworpen voor wandmontage, en VLT
6152-6550, 380-480 V, VLT 6042-6062, 200-240
V AC in IP 20/NEMA 1-behuizing.
•
Gebruik sterveerringen en galvanisch geleidende
montageplaten voor goede elektrische aansluitingen
voor IP 00-, IP 20-, IP 21- en NEMA 1-installaties.
•
Vermijd waar mogelijk het gebruik van
niet-afgeschermde/niet-gewapende motorkabels
of stuurkabels binnen behuizingen voor
de omvormer(s).
•
Voor IP 54-eenheden is een ononderbroken
aansluiting met hoge frequentie tussen de
frequentieomvormer en de motoreenheden vereist.
De afbeelding toont een voorbeeld van een
EMC-correcte elektrische installatie van een IP 20- of
NEMA 1-frequentieomvormer. De frequentieomvormer
is in een installatiekast met een uitgangsschakelaar