Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lexmark C500n 5023 Series Gebruikershandleiding pagina 21

Inhoudsopgave

Advertenties

Specificaties voor afdrukmateriaal
Gewicht
2
De printer kan automatisch papier met een gewicht van 60 tot 90 g/m
met vezels in lengterichting invoeren. Papier van
2
minder dan 60 g/m
is mogelijk niet stevig genoeg om correct te worden ingevoerd, waardoor papierstoringen kunnen
2
optreden. Gebruik voor de beste prestaties papier van 90 g/m
met vezels in de lengterichting. Als u papier wilt gebruiken
2
dat kleiner is dan 182 x 257 mm, moet het gewicht ten minste 90 g/m
zijn.
Krullen
Krullen is de neiging van afdrukmateriaal om aan de randen om te buigen. Dit kan invoerproblemen veroorzaken. Papier
kan omkrullen nadat het door de printer is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Als u papier in hete,
vochtige, koude of droge omstandigheden buiten de verpakking of in de laden bewaart, kan het papier omkrullen voordat
erop wordt afgedrukt. Dit kan invoerproblemen veroorzaken.
Gladheid
De mate van gladheid van het papier is direct van invloed op de afdrukkwaliteit. Als het papier te ruw is, wordt de toner niet
goed op het papier gefixeerd. Hierdoor krijgt u een slechte afdrukkwaliteit. Te glad papier kan invoerproblemen of
problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. De gladheid dient tussen de 100 en 300 Sheffield-punten te liggen.
Een gladheid tussen de 150 en 250 Sheffield-punten geeft echter de beste afdrukkwaliteit.
Vochtgehalte
Het vochtgehalte van het papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en het vermogen van de printer om het papier goed in
te voeren. Laat het papier in de originele verpakking zitten tot u het gaat gebruiken. Hierdoor wordt het papier in mindere
mate blootgesteld aan veranderingen in luchtvochtigheid, die nadelig kunnen zijn voor de prestaties.
Laat het papier acclimatiseren terwijl het nog in de originele verpakking zit. U doen dit door het papier 24 tot 48 uur lang in
dezelfde omgeving als de printer te bewaren, waardoor het zich aan de eigenschappen van de nieuwe omgeving kan
aanpassen. Verleng de acclimatiseringsperiode met enkele dagen als de opslag- of transportomgeving erg afwijkt van de
printeromgeving. Vanwege het gewicht van het materiaal kan voor dik papier mogelijk ook een langere
acclimatiseringsperiode nodig zijn.
Vezelrichting
De vezelrichting heeft betrekking op de uitlijning van de papiervezels in een vel papier. De vezels kunnen in de
lengterichting of in de breedterichting lopen.
2
Voor papier van 60 tot 90 g/m
worden vezels in de lengterichting aanbevolen.
Vezelgehalte
Het meeste hoogwaardige kopieerpapier wordt gemaakt van 100% houtcellulose. Dit gehalte aan houtcellulose voorziet het
papier van een grote mate van stabiliteit, waardoor er minder invoerproblemen optreden en de afdrukkwaliteit verbetert.
Als papier bijvoorbeeld katoenvezels bevat, kan de papierverwerking verslechteren.
Richtlijnen voor afdrukmateriaal
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave